In Amerika gebruiken ze de uitdrukking doozy voor iets dat heel bijzonder is. De oorsprong van dat woordje is deze 1929 Duesenberg Model J ‘Sweep Panel’ Dual-Cowl Phaeton…
Tekst: Gerben Bijpost Fotografie: Darin Schnabel ©2023 Courtesy of RM Sotheby’s
De Duesenberg Model J werd geïntroduceerd in december 1928 op de autosalon van New York. Hij was voorzien van een 420cid (6884cc) 8-in-lijnmotor met dubbele bovenliggende nokkenas en vier kleppen per cilinder, resulterend in een voor die tijd duizelingwekkend vermogen van 265 pk en een topsnelheid van 187 km/h.
Broers in de racerij
Het Amerikaanse merk Duesenberg was opgericht in 1920 door de broers Friedrich en August Duesenberg, die een reputatie hadden opgebouwd in de racerij. Hun Model J moest dan ook kunnen concurreren met de meest krachtige auto’s ter wereld, maar daarnaast een summum aan luxe bieden. En dat deed hij. Revolutionaire techniek en prestaties die de concurrentie het nakijken gaven maakten de auto al snel tot publiekslieveling.
Dat hij desondanks maar mondjesmaat werd verkocht had vooral met het prijskaartje te maken: maar liefst $8.500 moest je aftikken en dan had je alleen nog maar het chassis. Afhankelijk van welk carrosserie je koos kon de prijs vervolgens oplopen tot wel $25.000. Sowieso een enorm bedrag in die tijd, maar zeker toen: de auto werd namelijk geïntroduceerd in het jaar voor de beurskrach die leidde tot de Grote Depressie. En geld verdampte in die dagen sneller dan mensen het konden verdienen. Ter vergelijking: een nieuwe Ford of Chevy mocht je voor minder dan 600 dollar de showroom uitrijden.
Opvallend adverteren
Om toch kopers te vinden werd er dan ook volop geadverteerd. Dat gebeurde aanvankelijk op conventionele wijze: een afbeelding van de Model J en daarbij een wervende tekst waarin de sterke punten van de auto werden opgesomd. Maar rond 1934 koos men voor een verrassende nieuwe koers: geen afbeelding van de auto meer, geen technische specificaties, zelfs geen beschrijving. In plaats daarvan tekeningen van de hand van Paul Gerding, een kunstenaar en illustrator uit Chicago, die mannen en vrouwen portretteerde in een omgeving die duidde op extreme rijkdom: een man starend in de verte op zijn luxe zeiljacht, een dame in een landhuis die kijkt naar de werklieden in haar uitgestrekte tuinen, de eigenaar van een renstal met op de achtergrond zijn paarden en jockeys… Met daarbij slechts de eenvoudige tekst: He (or she) drives a Duesenberg.
Kauwgomgigant
Of de campagne erg effectief was valt moeilijk te zeggen. Wie er kennelijk wel gevoelig voor was, was ene Philip K. Wrigley, erfgenaam van William Wrigley jr., de man die in 1891 zijn gelijknamige bedrijf oprichtte voor de verkoop van zeep en later bakpoeder. Om die handel een beetje te stimuleren gaf hij pakjes kauwgom erbij cadeau. Al snel ontdekte hij dat zijn kauwgom populairder was dan het bakpoeder, en veranderde hij zijn bedrijf opnieuw…. waarna de Wrigley Company uitgroeide tot de nog altijd bestaande kauwgom-multinational met miljardenomzet.
De jonge Wrigley, die zijn vader opvolgde als CEO van het explosief groeiende bedrijf, was een fervent autoliefhebber. Dit werd ongetwijfeld gestimuleerd door zijn jeugdige toegang tot de beste auto’s ter wereld, maar ook door een ander zakelijk belang van de familie: de Wringleys waren namelijk grootaandeelhouders van de Auburn Automobile Company, het zusterbedrijf van Duesenberg. Dat stelde hem in staat om verschillende Model J’s te kopen, rechtstreeks van de fabriek.
Ruilobject
Eén daarvan is de auto die je hier ziet. Philip K. Wrigley reisde er persoonlijk voor naar de Duesenberg-fabriek om toezicht te houden op -en zelfs mee te werken aan- de bouw van zijn eigen chassis, nummer 2177 met motor J-121. Daar bovenop werd een Convertible Coupé-carrosserie van Murphy gemonteerd, welke Wrigley een jaar later met een vriend ruilde voor een Sweep Panel Dual-Cowl Phaeton-carrosserie.
Crash
De merknaam Duesenberg was tegen die tijd verworden tot een synoniem voor elegantie, luxe, mechanische kwaliteiten en kracht. Zodanig zelfs dat er in de Amerikaanse straattaal het woordje doozy/duesy onstond, een uitdrukking om iets van hoge kwaliteit aan te duiden. Ondanks dit volkse eerbetoon had Duesenberg geen positieve toekomst voor zich. Eerst kwam in 1932 Fred Duesenberg om het leven nadat hij met zijn eigen Model J crashte en nauwelijk vijf jaar later, in 1937, ging het merk zelf ter ziele.
Auto’s van Duesenberg verloren daarna snel aan populariteit. Rond 1942 kon je gebruikte exemplaren in uitstekende staat kopen voor minder dan $700. En zocht je wat langer, dan ontdekte je aanbiedingen van een gebruikte Model J voor $300 tot $400, waarbij sommige uiteindelijk werden verkocht voor minder dan de helft daarvan.
Van flop naar top verzamelobject
Pas in de late jaren vijftig, toen klassieke en vintage auto’s populair werden onder verzamelaars, trokken de prijzen weer aan en liep de teller steeds sneller op. Met als voorlopig hoogtepunt een Duesenberg SSJ die in 2018 werd geveild. Deze wagen was ooit eigendom geweest van de acteur Gary Cooper en werd afgehamerd op maar liefst 22 miljoen dollar. Het was daarmee in één klap de duurste Amerikaanse auto ooit verkocht. In vergelijking daarmee lijkt de Duesenberg op deze pagina’s, die in het voorjaar van dit jaar door Sotheby’s in Miami wordt geveild, een koopje: voor naar schatting zo’n 2,8 miljoen mag je hem meenemen… Tenzij er natuurlijk kapers op de kust liggen die nog iets dieper in de buidel willen tasten.