Edward Norton keert terug na zijn vorige coverstory in 2019. Zijn nieuwste is Glass Onion. Het moordmysterie met aan het hoofd Daniel Craig als meesterdetective Benoit Blanc. We spraken Norton in Londen over zijn selectieve keuzes, de spotlight en of ‘ie eigenlijk nog wel eens auditie moet doen?
Tekst: Jorrit Niels Foto’s: Netflix
Knives Out uit 2019 was regisseur Rian Johnson’s liefdesbrief aan het whodunit-genre dat Agatha Christie groot maakte. Oh ja, en een hit. Zo’n grote hit dat Netflix $450 miljoen betaalde voor de twee vervolgdelen. Eén van de grootste filmdeals in de geschiedenis van de streamingdiensten.
Het vervolg heet voluit Glass Onion: A Knives Out Mystery. De film volgt wederom detective Benoit Blanc als hij met een all-star cast naar een Grieks eiland afreist om een mysterie en uiteindelijk een moord op te lossen. Naast Craig als de eigenzinnige Blanc zien we Edward Norton, Leslie Odom Jr., Kate Hudson en Dave Bautista.
Norton speelt tech-entrepreneur en filantroop Miles Bron. Onbezonnen en zelfverzekerd, hij is genereus voor zijn oude vrienden en steunde hen allemaal om hun potentieel in hun verschillende vakgebieden te realiseren. In ruil daarvoor verwacht hij hun loyaliteit. Hun extravagante jaarlijkse reünie wordt altijd bedacht, georganiseerd en gefinancierd door Miles, dit jaar in zijn uitgestrekte villa op zijn Griekse privé-eiland.
Het resultaat is een grappiger film dan het origineel en groter en preciezer ontworpen dan Knives Out. Craig overtuigt als de excentrieke mix tussen Hercule Poirot en Columbo. Edward Norton heeft genoeg voorbeelden om uit te putten: “De tech-wereld is in beweging en ik heb genoeg voorbeelden uit de echte wereld om uit te putten. Zonder mensen bij naam te noemen. En omdat de regisseur zo’n goede schrijver is, balanceert hij een hedendaagse satire van sociale dynamieken die in de wereld plaatsvinden, zonder je ergens mee dood te knuppelen.”
“Het meest uitdagend vond ik het spelen met zo’n groot ensemble”
Behalve dat dit een moordmysterie is, zit er ook een hoop komedie in. Niet iets waar Norton per se bekend mee is geworden. Al is dit volgens Norton soms nog wel complexer dan de dramatische rollen waar we de 53-jarige acteur voornamelijk van kennen.
“Rian Johnson, de regisseur, is een ambachtsman tot in het extreme. Hij heeft een groot satirisch oog. Het meest uitdagend vond ik het spelen met zo’n groot ensemble. Iets dat ik eigenlijk nog het beste kan vergelijken met een toneelgroep. Hoe krijg je de hele club op hetzelfde niveau. Dat de één niet te kluchtig gaat en de ander te serieus.”
Hoe kom je daarachter?
“Het is de taak van de regisseur om dan als stemvork te fungeren. Of je fluit me terug of je geeft me ‘meer touw’. Dat werkt heel bevrijdend en er zijn maar een paar regisseurs die dat echt kunnen. Het draait uiteindelijk allemaal om vertrouwen. Als ik de regisseur vertrouw ga ik zo gek doen als ik kan tijdens die ene take, maar ik vertrouw erop dat als hij zegt: ‘Ed, het mag nu wel even minder’. Ik heb niet zo’n groot ego dat ik daar tegenin zou gaan. Daarbuiten helpt het dat Rian en Daniel Craig een bepaalde basis hadden neergezet met het eerste deel. Ik wist wat ik mij op de hals had gehaald.”
Je lijkt spaarzamer voor de grote rollen te gaan, merk je dat je kieskeuriger bent geworden?
“Mijn prioriteiten liggen ergens anders. Ik denk dat dat het is. Vroeger baseerde ik mijn keuzes soms al enkel op het feit of ik dat genre al eens had gedaan. Oh, een film over overvallers, hoe zou dat zijn? Waarom niet? Dat op zichzelf had vroeger al een bepaalde aantrekkingskracht op mij.”
Dat heb je nu niet meer?
“Nee. Alhoewel, zeg nooit nooit. Maar ik denk niet dat ik nu voor een project zou kiezen, puur om wat voor soort film het is. De enige vaste waarde is dat ik mijn rollen het liefst zo ver mogelijk zie verwijderd van mijn eigen persoonlijkheid. Dat boeit mij. En daarbij groei je simpelweg als persoon. Je wordt ouder, krijgt een partner, een familie. Als ik voor mijzelf spreek, is dat sterk van invloed op de rollen die ik kies. Heb ik wel zin om die tijd in een film te investeren waarvan ik niet volledig overtuigd ben? Wil ik zo lang weg zijn van mijn familie? Als je jong bent, is je ambitie om te werken. Puur en alleen werken, je ambacht beoefenen. Je wilt je spierballen laten zien. Je leven is je werk. Als je het al te serieus neemt, is het allesverslindend. Nu ik het geluk geniet dat ik een familie heb gekregen, is er een sterke afweging bijgekomen op het persoonlijke vlak.”
Is dat een realisatie van de laatste jaren? “Zeker het laatste decennium en waarschijnlijk langer. Je ontwikkelt een neus voor het type mens of project waar je prettig mee en aan werkt. Dat komt door genoeg ervaring door de jaren heen.”
“Ik heb nooit geloofd dat frequentie het kenmerk is van het grootste werk”
Ben je nooit in de verleiding gekomen om voor iets te gaan waarbij je je twijfels had?
(grijnst) “Natuurlijk, ik ben acteur en we zijn een ijdel soort. Ik weet dondersgoed wat voor chemie ik moet hebben met een script of regisseur. Die is er dan niet voor de volle honderd procent, maar toch begin je aan iets of word je verleid tot iets waarvan je hoopt dat het wel goed komt. Als ik heel eerlijk ben, is dat veelal tevergeefs. Maar ach, dat maakt je uiteindelijk een stuk gedisciplineerder om de samenwerkingen te ‘spotten’ die goed werken of juist niet. Het helpt mij om nu met meer onderscheidingsvermogen te selecteren.”
En dus zonder de drang om te werken om vooral in de spotlight te blijven?
“Ik heb nooit geloofd dat frequentie het kenmerk is van het grootste werk. Ik raak soms teleurgesteld in mensen die ik te veel zie. Voor mij zit er een soort narcisme in de veronderstelling dat mensen je elk jaar ergens in moeten zien. Begrijp me niet verkeerd. Als ik de kans krijg om drie films in een jaar te doen omdat ze simpelweg te goed zijn om te laten liggen, dan werk ik me een ongans.”
Ondanks die luxe om te kiezen wat je wilt doen en een indrukwekkende carrière, verdwijnt de angst ooit of en wanneer de volgende rol komt?
“Nee! Elke acteur zal je dat vertellen. Ken je de vijf aktes van elke acteur, een bekende grap in het wereldje? Die gaat zo: Wie is Edward Norton? Misschien Edward Norton. Breng me Edward Norton. Breng me iemand zoals Edward Norton. En wie is Edward Norton? Ik kan je vertellen, dat ligt soms dichter bij de waarheid dan je denkt.”
Die angst is er ondanks dat je nooit meer hoeft te auditeren?
“Honderd procent. En weet je, het is gek, maar ik heb altijd genoten van auditie doen. Ook toen ik jong was. Sommige acteurs moeten er niet aan denken, maar ik vond het wel prettig.”
Een zeldzame kronkel.
“Haha, absoluut. Misschien komt het omdat ik als jonge acteur voor een casting agent heb gewerkt. Ik was dan de acteur met wie de auditerende acteur moest spelen. Dat was heel verhelderend. De meerderheid van de acteurs was best goed, maar ze waren gewoon niet de juiste match voor de rol. Omdat je blauwe ogen hebt, net niet de juiste look in combinatie met de rest van de cast. Het ligt vaak niet eens aan je acteerkwaliteiten, dus maak je daar geen zorgen over. Het was geen afwijzing, maar een mogelijkheid om je kunnen te tonen.”
Een acteeroefening.
“Maar ook een kans om tijd door te brengen met de makers en uit te vinden of je eigenlijk wel zin hebt om maanden met ze op te trekken. Dat is waar ik een auditie nu voor zou gebruiken. Ook al auditeer ik niet echt meer, het zijn nu meer lange lunch-afspraken of diners, waar je elkaar aftast of het klikt.”
Dat is het werken met mensen. Maar eenmaal op de set, hoe ga je om met de verantwoordelijkheid van het nummer één zijn op de callsheet?
“Ik probeer altijd een bepaalde mate van professionalisme neer te zetten. Toen ik jong was heb ik goed om mij heen gekeken om erachter te komen hoe ik mij wilde gedragen op een set. En hoe niet. Als acteur, producent en soms regisseur heb ik een hoog EQ als het gaat om te zien wie de sfeer op een set verstoort. Dat is de laatste persoon die je wilt zijn op een set.”
“Mijn prioriteiten zijn verschoven”
Wat weer effect heeft op het werken met bepaalde mensen?
“Zeer zeker. Waarom zou ik in vredesnaam nog eens met jou werken als jij alleen maar moeilijk doet op een set om het moeilijk doen?”
Wat verrast je, na zo’n dertig jaar acteren, nog steeds over het vak?
“Ik had dat bij deze film. Dan zie ik een bepaalde scene en vraag ik me af waarom ik mijzelf limiteerde in die scene. Waarom deed ik die scene, waarvoor we zes takes kregen, zes keer precies hetzelfde? Waarom nam ik niet wat meer risico?”
En waarom was het?
(lacht) “Vertel het mij alsjeblieft. Films maken is als een stuk klei boetseren. Dat moet ik nu onderhand toch wel weten! Ik zou me op dat moment vrij moeten voelen om te experimenteren. Maar soms werkt je geest op een gekke manier. Hoeveel ervaring je ook hebt, je geest kan in een krampachtige houding schieten. Want dit is wat meestal voor me werkt misschien? Met als gevolg dat ik dus kennelijk soms niet loskom van dat starre. Het heeft mij geleerd om in het vervolg toch wat elastischer na te denken over een rol. De conclusie is dat je jezelf altijd moet blijven pushen.”
Je brein is koppiger dan je denkt.
“Ik denk het. Ego, durf ik wel te zeggen, is het in ieder geval niet. Als ik je respecteer en je geeft mij tips of instructies, neem ik het graag van je aan. Ik denk dat het een basis-instelling is van je brein om vast te houden aan iets dat werkte in het verleden. Ik kijk wel eens naar scenes en heb er spijt van dat ik het de ene take niet zus had gedaan, de andere take zo en de laatste take nóg extremer. Want, wie weet wat je dan wel niet krijgt!?”
Ook is film nu voornamelijk digitaal, heeft dat er iets mee te maken?
“Daar kan wat inzitten. Ik ben opgegroeid met het draaien op film. Daar had je maar een paar kansen om het goed te doen, want anders was simpelweg de filmrol op. Het kan zijn dat ik onbewust nog moet wennen aan de vrijheid van tijd en keuzes die draaien met een harde schijf met zich meebrengt.”
Glass Onion: A Knives Out Mystery is te zien op Netflix