Wat hebben een 2CV, Blondie en Vans met elkaar gemeen? Het waren Eric Corton’s jeugdliefdes. De eerste twee zijn inmiddels verruild voor een Hybride Japanner en zijn vrouw Diana Sno. De Vans hebben zijn hart juist weer heroverd. Behalve onder een pak, want daar moet “een mooi en goed gemaakt paar leren schoenen onder… Ik zie nog te vaak afgrijselijke schoenen onder een pak. Vooral bij politici.”
Tekst: Karine Bloem Portret: Annemieke van der Togt
Wie is Eric Corton?
Ik ben in 1969 geboren in Oosterbeek, een klein rustig dorp onder de rook van Arnhem. Na de middelbare school ben ik naar Maastricht vertrokken om daar de toneelschool te gaan doen. In het derde jaar ben ik ermee gestopt en werd ik ingelijfd door een jeugdtheatergezelschap. Acteren is mijn basis, maar het is moeilijk om daar je brood mee te verdienen in ons land. Dus ben ik daarnaast van alles en nog wat gaan ondernemen, want ik kan niet zo goed stilzitten. Via de muziek kwam ik weer bij de radio en dat werd opeens een soort carrière van 15 jaar. En schrijven heb ik altijd gedaan. Meestal verdween het in de spreekwoordelijke ‘la’ maar tegenwoordig schrijf ik ook zodat anderen het kunnen lezen.
Schrijven is iets wat ik altijd en overal kan doen. Ik heb deze roman thuis geschreven. Iedereen was thuis aan het werk en ik zat aan de eetkamertafel. Daarbij besloot de hele buurt om te gaan verbouwen. Dus tussen de drilboren en de schuurmachines, in totale chaos. En toch is het gelukt. Dat vertelt me dat ik dat dus zowel op een druk vliegveld of in totale stilte op een berg kan. Ik zal dat altijd blijven doen: korte verhalen, poëzie, of zoals nu een roman. Alles kan en dat maakt het zo fijn.
Mijn eerste twee boeken (Wilde Wereld en Auto-biografie -red.) waren non-fictie verhalenbundels, waarbij ik kon putten uit mijn eigen ervaringen en herinnering. Een roman (Corton’s eerste roman ‘Mist’ is net verschenen -red.) schrijven is echter een heel ingewikkeld en lastig proces. Je moet boeiende personages maken, verhaallijnen uitdenken en in elkaar vlechten, en die vervolgens gedoseerd uitserveren zodat het over zo’n 300 pagina’s interessant blijft om te lezen. Ik wilde een spannend verhaal schrijven met de onbetrouwbaarheid van je herinneringen als vertrekpunt. Het duurde even voordat ik dat allemaal op een rijtje had en de moed had om eraan te beginnen, maar wát een geweldige reis!
Inspiratie
Mensen die in deze tijd echt eigen en authentiek durven te zijn en vooral durven te blijven, daar heb ik bewondering voor. Je wordt van zo veel kanten bekeken en becommentarieerd. Via oldschool media maar vooral ook via socials. Om dan je eigen koers te blijven varen vereist overtuiging en zelfvertrouwen. Tineke Ceelen van Stichting Vluchteling is zo iemand. Die krijgt dagelijks een gruwelijke bak ellende over zich heen gestort vanwege haar grote hart en niet aflatende harde werk voor vluchtelingen. Maar ze gaat door, no matter what.
Mijn jeugdhelden waren Zorro, Batman en Blondie. Zorro en Batman omdat ze, eenmaal gemaskerd, iemand anders konden zijn. Twee verschillende mensen die vanuit een niet al te beste vermomming, toch goede dingen deden. En Blondie omdat ze het mooiste was wat ik ooit had gezien…Ik wilde met haar trouwen. En ik was pas twaalf…
Ik haal inspiratie uit allerlei kunstvormen. Nog steeds. Niets staat los van elkaar.
Kleren maken de man
Ik heb behoorlijk lang vooral in driedelige tweed-kostuums rondgebanjerd maar dat is wel een beetje voorbij. Tegenwoordig sport ik veel en dat omkleden begon een beetje als een circusact te voelen. Dus nu draag ik wat ik lekker vind zitten en dat is eigenlijk wat ik droeg toen ik zestien was: spijkerbroek, Vans en een T-shirt.
Buiten de Vans vind ik een mooi en goed gemaakt paar leren schoenen onder een mooi pak heel belangrijk. Ik zie vaak de meest afgrijselijke schoenen onder een pak. Met rubberen zolen en in totaal niet passende kleuren. Politici zijn daar vaak heel goed in. Zo lelijk… Een stylist heb ik niet. Daar zou ik alleen maar ruzie mee krijgen haha! Wat ik draag maak ik zelf wel uit. Ik vind ook dat iedereen moet dragen waar hij/zij/x zich prettig bij voelt.
Armcandy
Een horloge draag ik niet zo vaak want ik kijk zo vaak op m’n telefoon dat ik constant bij de tijd ben. Qua armcandy ben ik verder goed voorzien: op mijn zeventiende liet ik mijn eerste tatoeage zetten bij Tattoo Roel in Arnhem en sindsdien bij Schiffmacher en Veldhoen. Dat proces van tatoeëren is eigenlijk nooit klaar. Er komt altijd weer een moment dat je denkt; ‘Hier zou nog wel wat kunnen…maar wát dan?’. Alleen m’n nek en gezicht zijn no-go areas. Voor m’n werk niet handig (dat is wat er nu al op staat ook niet echt maar het wordt steeds gewoner gelukkig, ook in casting) en het zou ook m’n echtscheiding betekenen haha.
Wheels
De auto was voor mij vanaf het prille begin de weg naar onafhankelijkheid en vrij kunnen bewegen. Ik kon erin stappen, de sleutel omdraaien, gas geven en dan zag ik wel waar ik uitkwam. In eerste instantie was dat de goedkoopste auto die ik kon betalen. Een Citroën 2CV, een Eend dus. Maar later kwam daar het oog voor detail en schoonheid van sommige ontwerpen bij en de kracht van vermogen.
Ooit heb ik mezelf gezworen nooit in een Japanner te gaan rijden, want ik was van de grote benzinemotoren. Joekels van Amerikanen met 7 liter motorinhoud en meer dan 400 pk. Maar in de loop der jaren is dat veranderd en vind ik dat ik dat ik een fossiele brandstof slurpende auto niet meer aan mezelf kan verkopen. Dus ik zit er nu tussenin. Ik rijd een Hybride Toyota en buiten dat ik 700 km op 40 liter rijd, is het ook nog eens goedkoop en onderhoudsarm. Minder leuk misschien, maar een uitstekend stuk gereedschap om van A naar B te komen. Een moderne auto moet niets meer uitstoten. Geen CO2 in ieder geval.
De lelijkste auto ooit gemaakt is absoluut de Fiat Multipla. De ontwerper van die auto was dronken, stoned, verdrietig en ongetalenteerd tegelijk… denk ik. Mijn droomauto is nooit in productie genomen: een Chevrolet Corvette Stingray ‘Mako Shark’ uit 1961.
Leisure time
In mijn vrije tijd fiets ik. Op een racefiets. En dat doe ik veel en vaak en met veel plezier. Ik bedenk dingen op de fiets en ik laat dingen los op de fiets. Ideaal.
Ik kook vaak. Bij Buurtbuik (waar Eric ambassadeur voor is -red.) als vrijwilliger. Met Buurtbuik bereiden we gratis maaltijden met voedsel dat anders weggegooid zou worden, voor mensen die dat goed kunnen gebruiken. Zo snijdt het mes aan twee kanten. We gaan voedselverspilling tegen en helpen mensen die het nodig hebben aan een goede, gezonde maaltijd. Ik vind dat een ontzettende concrete en praktische manier van helpen en dat bevalt me enorm. Meteen resultaat met een relatief kleine inspanning.
Koken vind ik heerlijk en ontspannend. Dat begint al bij het plannetje en de boodschappen doen. Ik ben meer een fijnproever dan een Bourgondiër. De term Bourgondiër zie ik vaak gebruikt worden door mensen die Bourgondisch verwarren met ‘veel en vaak en mateloos’. Daar was ik net vanaf, vandaar nu een fijnproever.
Reislust
Hoewel ik wel heel veel gereisd heb de afgelopen twintig jaar, ben ik geen enorme reiziger. Vakanties met m’n gezin waren eigenlijk altijd met de auto en binnen Europa. Gedurende mijn vijftien jaar werk voor het Rode Kruis ben ik wel de hele wereld over gereisd en heb ik ontzettend veel gezien. Zo kwam ik op plekken waar je anders niet zou komen, bijzonder en dierbaar. Doordat ik veel tijd op het Afrikaanse continent heb doorgebracht, ben ik verliefd geworden op een bepaalde plek in Kenia. Daar ga ik veel naartoe. Ik verblijf er dan zo lang mogelijk om de hoeveelheid reizen te beperken, want ik realiseer me dat vliegen een grootvervuiler is. En op de fiets is het nu eenmaal niet te doen haha! Er is nog zo veel dat ik zou willen zien en nog zo veel waar ik zou willen zijn… Maar daar heb ik misschien wel tien mensenlevens voor nodig! Ik zie wel waar ik verzeild raak. Zo gaat het meestal bij mij.