In memoriam – Oscar Abolafia
Maandag 30 maart 2020 overleed Oscar Abolafia. In de jaren zestig, zeventig en tachtig van de vorige eeuw fotografeerde hij zo’n beetje iedereen die er toe deed. Talloze wereldsterren poseerden voor zijn camera. Nog veel meer werden erdoor vereeuwigd zonder dat ze zich hiervan echt bewust waren…
Onderstaande interview verscheen in 2016 in GW. Oscar Abolafia opereerde als een soort van ‘welkome paparazzo’. Niet zo’n fotograaf achter de struiken met lange telelens, maar eentje die van dichtbij, al dan niet opgemerkt, op de juiste momenten zijn slag sloeg. Van Elvis Presley tot de Kennedy’s en van David Bowie tot Andy Warhol. Ze kenden hem allemaal en heetten hem welkom in hun midden, bij hun concerten en op hun feestjes. En zo niet, dan kende Abolafia zelf wel weer iemand die hem naar binnen loodste op de locaties waar het allemaal gebeurde.
Zijn archief uit die tijd telt honderdduizenden foto’s van grote en minder grote namen. Velen ervan belandden in magazines als Time, People Magazine, Life, Vanity Fair en Harper ’s Bazaar. Maar verreweg de meeste foto’s zijn nog nooit door iemand gezien. Sinds vorig jaar staat de toegang tot dit immense archief op een kier: Oscar Abolafia, inmiddels 82 jaar oud, hield zijn eerste expositie ooit. In Nederland. Omdat zijn vrouw Joke hier vandaan komt en “omdat Nederland gek is op fotografie.” En onlangs verscheen bij uitgeverij Terra zijn boek Icons by Oscar.
STERRENFOTOGRAAF
Wie met Oscar Abolafia praat begrijpt direct zijn belangrijkste troef als sterren-fotograaf: charme. De man pakt iedereen in met zijn open blik, zijn kalme, ietwat zangerige stem en aanstekelijke lach. Hij zou zomaar door kunnen gaan voor de oudere broer van Robert de Niro. En ondanks zijn hoge leeftijd beschikt hij over een jeugdige, vitale uitstraling: “Ik zwem het hele jaar door, vooral ook in koud water. Dat heb ik geleerd van Russen. Het houdt me gezond.”
Het houdt hem ook scherp. Vooral als het over fotografie gaat. “Ik ontmoet veel mensen die zeggen dat ze fotograaf zijn. Dan vraag ik hoelang ze dat al zijn. Een half jaar, luidt het antwoord. Tegenwoordig is iedereen fotograaf. In mijn tijd had je een camera nodig. Je had film nodig. En je moest nadenken over wat je deed. Zoals ik nu naar jou kijk, weet ik wat het licht zal doen met mijn negatief. Daar stel ik mijn camera op in. Moderne digitale camera’s, smartphones… ze doen al het denkwerk voor je. Fotograaf zijn heeft een andere betekenis gekregen.”
LEICA CAMERA
“Ik fotografeerde altijd met een Leica. Omdat het de beste camera’s waren. Klein, stil en niet opvallend. Laatst liep ik op het strand en kwam ik twee meiden tegen. Die vroegen of ze een foto van me mochten maken. We raakten aan de praat en ze stelden zich voor als professionele fotografen. Maar ze hadden van die enorme lenzen bij zich. Ik begreep dat niet. Als je iemand wilt fotograferen, kom dan gewoon dichtbij. Een 50 mm lens is prima, daar kun je alles mee.”
Niet iedereen even benaderbaar? Abolafia ziet geen obstakels: “Dat hangt helemaal af van de persoonlijkheid van de fotograaf. Als ik iemand wilde fotograferen, dan kwam ik altijd dichtbij, heel dichtbij.”
THE NAKED CANDIDATE
Oscar Abolafia, afstammeling van een joods Spaanse immigrantenfamilie, groeide op in New York City. De familienaam werd bekend toen zijn broer Louis eind jaren zestig op ludieke wijze een gooi deed naar het presidentschap als The Naked Candidate. Oscar schoot het reclamemateriaal voor Louis’ campagne.
“Mijn broer kreeg veel publiciteit. Wanneer ik een magazine belde en me voorstelde als Abolafia kreeg ik steevast de vraag of ik die vent was die in z’n nakie rond liep en president wilde worden. Dat heeft me in het begin van mijn carrière zeker geholpen. Er zijn deuren door open gegaan. Ook vandaag is mijn broer – hij is helaas overleden – waarschijnlijk nog de bekendste van ons twee. Als mensen het over Abolafia hebben, dan gaat het meestal over Louis.”
Dat deuren soms wat makkelijker open gingen betekende nog niet dat overal de rode loper voor hem uit lag. Creativiteit bleef een must. “Soms kwam ik wel binnen, maar hoorde ik na het afgeven van een portfolio niets meer. Ik moest dus een manier vinden om op te vallen als ik aan de slag wilde als modefotograaf. En dus besloot ik op een dag om een heel mager model volledig naakt te fotograferen en dat in te leveren bij de hoofdredactie van Harper’s Bazar. Het werkte. Ze reageerde direct, snapte niets van de reportage. Ik legde haar uit dat ik op mijn normale portfolio geen reactie kreeg en dat ze nu wel direct reageerde. Dat dát precies mijn bedoeling was geweest. Het leverde me gelijk een opdracht op.”
De tijd dat Oscar Abolafia zijn camera vooral op beroemdheden richtte is voorbij. “Ik fotografeer nog steeds. Alleen geen beroemdheden meer, maar landschappen, haha.” Hij lacht voluit, alsof het fotograferen van landschappen een volstrekt ondenkbare carrièreswitch zou betekenen. “Nee, ik volg onder meer sinds een jaar of zeventien een groep joods Russische veteranen uit de Tweede Wereldoorlog, die in mei van ieder jaar bijeenkomt op Coney Island. Zo’n twaalf tot vijftien man. In vol ornaat, met medailles op de borst. Sommigen ervan zijn 95 jaar of nog ouder. De groep wordt ieder jaar iets kleiner, maar zolang ze deze bijeenkomsten hebben blijf ik ze fotograferen.“
De foto’s worden gemaakt. Daarna ziet niemand ze. Het is Oscar Abolifa ten voeten uit. “Ik heb geen haast om mijn werk aan de wereld te tonen. Ik heb alleen haast om foto’s te maken. Het gaat erom dat de foto’s worden gemaakt en dat ze voor mijn gevoel goed zijn. Wat er verder mee gebeurt vind ik niet zo belangrijk. Dat geldt voor mijn nieuwe werk en voor mijn materiaal van vroeger. Ik kan daarvan zeker nog vier boeken maken, misschien wel meer. Ik heb meer dan 300.000 foto’s liggen. Maar als ik meer tijd ga besteden aan het tonen van mijn werk, in plaats van aan het maken ervan, dan voelt dat niet juist.”
Foto’s: Oscar Abolafia – Portret: Jesaja Hizkia – Tekst: Gerben Bijpost
ICONS BY OSCAR
ICONS BY OSCAR
AANTAL PAGINA’S: 248
ISBN: 978 90 8989 686 5
PRIJS: € 59,50
UITGEVERIJ: TERRA