Helaas, kans voorbij. Wat je op deze pagina’s ziet is de eerste W 196 R met Streamliner-carrosserie die ooit voor privébezit werd aangeboden. Hij werd onlangs afgehamerd op € 51.155.000 en is daarmee de op één na duurste auto ooit…
Tekst: Gerben Bijpost Fotografie: Mercedes-Benz AG
Wat maakt een klassieke raceauto écht legendarisch? Om aan die status te voldoen moet de wagen schitteren als een diamant. Dus vanuit welke hoek je er ook naar kijkt, of het nu gaat om het design, zijn technische aspecten, de mate waarin hij competitief was, de gewonnen races, de coureurs die erin reden, de eigenaren die hem na zijn actieve carrière hebben gekoesterd én natuurlijk zijn algehele looks.
Wat al deze facetten betreft is de schittering van deze 1954 Mercedes-Benz W 196 R Stromlinienwagen (of Streamliner in het Engels) met chassisnummer 00009/54 haast oogverblindend. De Mercedes-Benz W 196 R Stromlinienwagen uit 1954 is dan ook een van de meest revolutionaire en iconische racewagens uit de autosportgeschiedenis.
Laten we het verhaal van deze beauty beginnen direct na de Tweede Wereldoorlog. In die jaren was Mercedes-Benz niet actief in de autosport, maar hield het zich vooral bezig met de wederopbouw van Duitsland en probeerde het een winstgevende niche te vinden in de naoorlogse economie. Zoals de meeste Europese merken begon dit met goedkope en efficiënte modellen gebaseerd op vooroorlogs ontwerpen, gericht op de gewone werkende man. Maar geleidelijk aan begon Mercedes-Benz zich te onderscheiden en kwam het met luxueuzere aanbiedingen. In 1951 gaf Stuttgart aan dat het van plan was om de productie van luxe- en sportauto’s te hervatten en in 1954 greep het zijn kans op het hoogste racepodium.
In 1952 en 1953 was van geloofwaardige concurrentie binnen de Formule 1 bijna geen sprake meer en om de klasse in leven te houden werd geracet op basis van Formule 2-specificaties. De FIA besloot daarom nieuwe Formule 1-regels op te stellen, die van kracht zouden worden voor het seizoen van 1954, zodat geïnteresseerde fabrikanten ruim een jaar de tijd hadden om een geschikte wedstrijdauto te ontwikkelen. De nieuwe regels waren eenvoudig: een normaal aangezogen motor mocht niet groter zijn dan 2,5 liter, een geblazen motor maximaal 750 cc. Afgezien van de verplichting van één gecentreerde stoel mocht zo’n beetje alles.
Mercedes-Benz ging hiermee aan de slag en keerde vervolgens op spectaculaire wijze terug in de Formule 1 met de W 196 R. De gestroomlijnde carrosserie was uniek. Laag en breed, met soepel gebogen lijnen en minimale franjes. Een visuele aantrekkingskracht die wedijverde met de meest sensuele auto’s ooit. De W 196 R kwam in twee varianten: een conventionele open-wielversie, die beter geschikt was voor bochtige circuits, en de Stromlinienwagen, die met zijn gestroomlijnde carrosserie specifiek was ontworpen voor snelle circuits met lange rechte stukken, zoals Reims en Monza. De focus lag op minimale luchtweerstand, waardoor de wagen uitzonderlijke topsnelheden kon bereiken.
De hier afgebeelde W 196 R met chassisnummer 00009/54 is helemaal een bijzonder exemplaar. Hij maakte zijn debuut tijdens de Buenos Aires Grand Prix op 30 januari 1955, waar hij in open-wielconfiguratie werd ingezet. Niemand minder dan Juan Manuel Fangio, toen al een levende legende, reed de auto naar de overwinning.
De technologische innovaties van de W 196 R maakten hem zijn tijd ver vooruit. De wagen was uitgerust met een mechanisch brandstofinjectiesysteem, een techniek afgeleid van de Messerschmitt Bf 109-jachtvliegtuigen uit de Tweede Wereldoorlog. Dit systeem zorgde voor een efficiëntere brandstoftoevoer, wat resulteerde in betere prestaties en betrouwbaarheid. De 2,5-liter achtcilinder-in-lijnmotor leverde ongeveer 290 pk, wat de auto in staat stelde snelheden van ruim 300 km/u te halen. De combinatie van een lichtgewicht buizenframe, geavanceerde torsievering en een aerodynamische carrosserie gemaakt van een speciale legering die lichter was dan aluminium gaf de wagen een onovertroffen snelheid en stabiliteit op hogesnelheidscircuits.
Chassis 00009/54 werd later in het seizoen omgebouwd tot Streamliner –dus met gesloten spatborden- en ingezet tijdens de Grand Prix van Italië op Monza. Dit circuit, bekend om zijn lange rechte stukken en hoge snelheden, was perfect geschikt voor de supergestroomlijnde carrosserie. De legendarische Stirling Moss, een van de meest getalenteerde coureurs van zijn generatie, nam het stuur in handen en zette de snelste ronde neer, met een indrukwekkende gemiddelde snelheid van 215,7 km/u. Hij kreeg echter te maken met technische problemen, waardoor hij uiteindelijk als zevende finishte.
Het seizoen van 1955 bleek een jaar van triomf én tragedie voor Mercedes-Benz. De superieure W 196 R behaalde vele overwinningen en aan het einde van het Formule 1-seizoen 1955 noteerde Fangio zijn tweede Formule 1-coureurstitel op rij. Moss eindigde als tweede, waarmee de legendarische status van de W 196 R was bezegeld.
Maar dit werd overschaduwd door de ramp van Le Mans in juni 1955. Tijdens deze 24 Uur van Le Mans crashte de Mercedes-Benz 300 SLR van Pierre Levegh, wat leidde tot een catastrofale kettingreactie waarbij meer dan tachtig toeschouwers om het leven kwamen. Na deze tragedie besloot Mercedes-Benz zich aan het einde van het seizoen volledig terug te trekken uit de autosport en verdween het merk voor meer dan dertig jaar van de circuits, om pas haverwege de jaren tachtig terug te keren.
Chassisnummer 00009/54 werd na zijn actieve racecarrière bewaard als een historisch erfstuk. In 1964 werd de wagen geschonken aan het Indianapolis Motor Speedway Museum, waar hij decennialang werd gekoesterd en slechts zelden tentoongesteld. Maar in januari van 2025 mocht hij op zoek naar een nieuw baasje. De wagen werd geveild door RM Sotheby's in het Mercedes-Benz Museum in Stuttgart en bracht een recordbedrag van ruim 51 miljoen euro op, waarmee deze W 196 R de duurste Grand Prix-wagen ooit werd. Een deel van dit bedrag zal worden gebruikt voor restauratieprojecten van het Indianapolis Motor Speedway Museum, zodat het erfgoed van historische racewagens als deze behouden blijft voor toekomstige generaties.