De Jaguar XKSS is een auto die gekend is om zijn looks, prestaties en technische innovaties. Maar zijn legendarische status dankt hij vooral aan acteur Steve McQueen – en de meest dramatische race ooit…
Tekst: Gerben Bijpost Fotografie: Neil Fraser ©2024 Courtesy of RM Sotheby’s
Zoals het merk Bentley zijn reputatie tijdens de 24 Uur van Le Mans in de jaren twintig smeedde, deed Jaguar dat een generatie later. Het merk uit Coventry boekte vijf overwinningen in zeven jaar tijd, tussen 1951 en 1957. Die in 1951 en 1953 werden behaald met de XK120-C (of C-Type). Maar het was de hattrick van overwinningen tussen 1955 en 1957, op naam van zijn revolutionaire opvolger, de D-Type, die ervoor zorgde dat Jaguar een echte legende werd op Le Mans.
Van circuit naar openbare weg
De briljante ingenieur Malcolm Sayer speelde een belangrijke rol bij het ontwerp van beide auto’s, maar maakte met de D-type een grote technische sprong voorwaarts. Terwijl de C-Type gebruikmaakte van een traditioneel buizenchassis bekleed met aluminium carrosserie, maakte Jaguar voor de D-type gebruik van een monocoque-constructie, een techniek die rechtstreeks uit de luchtvaartwereld kwam en zorgde voor een stijver en lichter chassis. Het was een innovatie die later door veel sportwagenfabrikanten zou worden overgenomen.
De D-type, ontworpen met een focus op aerodynamica en snelheid, won driemaal de 24 uur van Le Mans (1955, 1956, en 1957) en wordt vaak geassocieerd met beroemde coureurs zoals Mike Hawthorn en Stirling Moss. Hawthorn was de eerste Britse coureur die wereldkampioen werd in de Formule 1, maar is bekender door de dodelijkste race ooit, de 24 Uur van Le Mans in 1955, waarbij 84 mensen het leven lieten en 120 anderen gewond raakten. Hawthorn racete die dag in een Jaguar D-Type.
Het ongeluk gebeurde al zo’n twee uur na de start van de race, waarna de resterende 22 uur nog ‘gewoon’ werden uitgereden. Hawthorn en co-driver Ivor Bueb wonnen de race met een recordsnelheid van gemiddeld ruim 170 km/u. Na de race was Hawthorn afgeleid en wat verward, maar op een onbedachtzaam moment lachte hij en nam een slok uit de fles overwinnaars-champagne die hem in handen was geduwd. Dit werd vastgelegd door een fotograaf en verscheen in prompt in het Franse tijdschrift L’Auto Journal met het cynische bijschrift: ‘À votre santé, Monsieur Hawthorn.’ (Op uw gezondheid, meneer Hawthorn.) Vier jaar later zou Mike Hawthorn zelf om het leven komen, toen hij vlak bij zijn woonplaats Farnham op een natte weg slipte met zijn Jaguar Mk1. Hij werd 29 jaar oud.
Toen Jaguar zich in 1956 terugtrok uit de racerij, lagen in de fabriek nog een aantal onvoltooide D-Type-chassis. Zonde om naar de schroothoop te brengen, zo vond men terecht. Dus om de investering terug te verdienen, besloot Jaguar ze om te bouwen tot straatauto’s, die de naam XKSS zouden dragen. Het plan was om vijfentwintig exemplaren te maken, vooral bedoeld voor de Noord-Amerikaanse markt.
Maar op 12 februari 1957 sloeg -wederom- het noodlot toe: er brak een grote brand uit in de Browns Lane-fabriek in Coventry. Maar liefst negen XKSS-auto’s gingen verloren, waardoor er uiteindelijk slechts zestien exemplaren ooit de weg op zouden gaan. Een kleine tragedie natuurlijk, maar wel een die de exclusiviteit van de XKSS alleen maar zou vergroten.
Jaguar XKSS: ‘s werelds eerste supercar
De Jaguar XKSS was dus niks meer of minder dan een aangepaste versie van de roemruchte en bloedsnelle D-Type, aangepast om er legaal mee op de weg te mogen rijden. Zo voegde Jaguar een passagiersstoel, volledige voorruit, zijramen, bumpers en een bagagerek toe om de auto geschikt te maken voor de openbare weg. De achterspoiler, die ooit zo essentieel was voor stabiliteit op het circuit, werd verwijderd. En het interieur werd voorzien van lederen bekleding om het rijcomfort te verhogen.
Ondanks deze aanpassingen bleef de kern van de XKSS puur en compromisloos. Onder de motorkap lag dezelfde 3.4-liter zes-in-lijn motor als de D-Type, die indrukwekkende prestaties leverde en de auto in staat stelde om snelheden tot wel 230 km/u te bereiken. Dit was ongekend voor een straatauto in die tijd en zorgde ervoor dat de XKSS nog altijd wordt beschouwd als een van ’s werelds eerste echte ‘supercars’.
Steve McQueen
The King of Cool, ofwel acteur Steve McQueen, was bekend om zijn liefde voor snelle auto’s en motoren en was direct verliefd op de XKSS. In 1958 kocht hij een van de resterende zestien exemplaren en liet deze direct overspuiten naar zijn favoriete kleur, British Racing Green. Ook gaf hij zijn nieuwe speeltje een koosnaam: ‘Green Rat.’ De XKSS paste perfect bij McQueen’s levensstijl en het imago dat hij koesterde; een auto die tegelijkertijd elegantie en ruige snelheid uitstraalde. McQueen gebruikte de XKSS dan ook niet alleen als stijlvol vervoersmiddel, maar ook om te racen tegen vrienden in informele straatwedstrijden.
In 1969 verkocht hij de wagen echter, bang dan de snelheid van deze straatracer hem uiteindelijk definitief zijn rijbewijs zou kosten. Maar met de jaren begon hij de XKSS steeds meer te missen, zodanig dat hij in 1977 contact opnam met de eigenaar en dezelfde auto voor een tweede keer kocht.
Cultstatus
Vandaag de dag is de Jaguar XKSS een van de meest gewilde en waardevolle klassiekers ter wereld. De combinatie van zijn racesuccessen, het zeer beperkte productieaantal en het iconische imago dat de auto kreeg dankzij McQueen, maakt dat exemplaren van de XKSS op veilingen miljoenen dollars opleveren. Een originele XKSS werd in 2017 zelfs geveild voor een recordbedrag van bijna twintig miljoen dollar!
Die exclusiviteit werd nog eens onderstreept toen Jaguar in 2016 aankondigde dat het negen gloednieuwe XKSS-modellen zou bouwen, als eerbetoon aan de negen verloren gegane exemplaren door de brand in 1957. Deze nieuwe wagens werden geheel met de hand vervaardigd (ongeveer 10.000 manuren werk per auto) volgens de exacte specificaties van het origineel. Weliswaar uitgerust met moderne technologieën om de veiligheid en duurzaamheid te waarborgen, maar ook volledig met behoud van het authentieke ontwerp.
Het maakt de Jaguar XKSS tot meer dan zomaar een auto. Het is een legende die de grenzen van tijd en ruimte overstijgt, een eerbetoon aan de prestaties van Jaguar in de jaren vijftig, een icoon van Brits engineering en een symbool van de culturele impact die de auto-industrie kan hebben.
De wagen die je op deze pagina’s kunt bewonderen verkeert in excellente staat en je kunt hem kopen via RM Sotheby’s, mits je bankrekening gevuld genoeg is. Ga uit van -minimaal- zo’n 12 miljoen euro om enige kans te maken. Maar mocht het lukken, dan kun je er lekker onbezorgd mee gaan racen, want de wagen gaat vergezeld van een nuttig pakket aan reserve-onderdelen, waaronder koplampen, een achteras, Marston Excelsior radiator, zuigerstangen, wielen, wiellagers en meer. Have fun!