Laat een Formule 1-leek naar Netflix’ docuserie Drive to Survive kijken en grote kans dat Daniel Ricciardo zijn of haar favoriet is. De 31-jarige Australiër coureur is één van de populairste coureurs in de paddock en wordt geroemd om zijn direct- en openheid. Nu zien we dat wel meer met Verstappen en Lando Norris, maar vóór de komst van de jongere generatie was Ricciardo een verademing tussen de veelal stijve coureurs. Na maanden thuis zitten op de familieboerderij in Perth, zit Ricciardo middenin zijn laatste seizoen voor Renault. Gentlemen’s Watch sprak met hem over zijn overstap, #weraceasone en wat we mogen verwachten van de grote F1-revolutie in 2022.
We spreken Ricciardo net na zijn race in Spanje waarin hij op de elfde plek eindigde, net buiten de punten. Ver van het doel om dit jaar, zijn laatste voor Renault, nog een podiumplek te behalen. Frustrerend, maar aan de sympathieke Australiër merk je het niet tijdens de video-verbinding. Nog steeds verfrissend down-to-earth en direct.
Hij maakt het niet mooier dan het is met lege clichés en praat openlijk over zijn frustraties Nog steeds correct, maar met die typische brede grijns die we kennen van zijn tijd bij Red Bull. Wat boven alles uitstijgt is de lol die hij heeft in het rijden. Zeker nu het extra lang duurde voordat hij weer mocht racen. Wennen was het allerminst. “In m’n hoofd zat ik er wel even mee. Eerlijk gezegd had ik wat zorgen of het rijden niet opeens heel anders zou aanvoelen of dat ik wat stijf of zelfs angstig zou zijn. Gelukkig was het niets van dit alles.”
Alsof je weer op een fiets stapte?
(lacht) “Precies. De ervaring van die kracht en snelheid blijft op de een of andere manier kennelijk in je systeem. Mag ook wel na al die jaren!”
Hoe gaat het seizoen tot nu toe?
“Ik zie goede vooruitgang en ben erg blij met de richting die we uitgaan. We zijn een keer bij de eerste vijf geëindigd en het is gelukt om een top vier kwalificatie te krijgen. Ik hoop dat ik dit, ondanks het gekke seizoen, kan uitbreiden met betere resultaten.”
Wat wil je nog bereiken in je laatste seizoen met Renault?
“Een podium, maar ik heb dat al zo vaak gezegd, haha. Hoe vaker ik dit zeg, hoe meer het als een teleurstelling voelt als we dat niet halen. Toch hoop ik het wel en dat zou mij erg gelukkig maken. Een fijne afsluiter van mijn tijd bij Renault en een verdiende voldoening voor het team.”
Een seizoen met strenge COVID-19 regels. Wat voor invloed heeft dat op je?
“Het zorgt ervoor dat het voor ons als coureurs eigenlijk relaxter is. We hebben minder commerciële en mediaverplichtingen tijdens een raceweekend. Daardoor kan ik mij veel meer focussen op wat ik hier kom doen: racen. Met de monteurs en de rest van het team is het zo nu en dan wat minder handig communiceren. Je moet aardig wat meer schreeuwen om alles duidelijk over te brengen.”
“WE RACE AS ONE”
Vind je dat je ook beter rijdt door die grotere focus?
“Zo voelt het wel. Natuurlijk ben ik gewend om te presteren met een heel circus om ons heen, maar ik kan mij nu makkelijker en vaker terugtrekken. Dat heeft voor mijn gevoel absoluut effect. Het is wel een stuk minder gezellig in de paddock. Het is leger en het voelt eerder aan als een testdag of toen ik nog racete in een junior-klasse. Hoe dan ook, ik zou niet anders willen. Ik was zo hongerig na die extra maanden.”
Hoe was die tijd in quarantaine?
“Ik had opeens een ander leven. Extra structuur, veel trainen, aan mijn reflexen blijven werken en met een niet aflatende focus die in de wervelwind van een F1-seizoen onmogelijk is. Ik wilde niet vervallen in een soort vakantiegevoel, maar hier juist fitter en sterker uitkomen. Daarvoor heb ik gezorgd. Al miste ik de chaos en de competitie natuurlijk ook; op een gegeven moment wordt de boerderij hier erg stil.”
Het #WeRaceAsOne-initiatief tegen racisme en ongelijkheid is naast COVID-19 het tweede grote onderwerp dat speelt naast het racen. Werd het tijd dat dit ter sprake kwam?
“We hebben de afgelopen maanden –en daarvoor ook al– een aantal heftige incidenten gezien op het nieuws. Incident is eigenlijk nog een understatement. Dit is een onderwerp dat al veel te lang onder de oppervlakte leeft en ik vind het erg positief dat we daar nu als Formule 1 iets aan proberen te doen.”
Hoe ga je daar zelf mee om?
“Ik merk dat het bewustzijn voor mijzelf en de mensen om mij heen steeds groter wordt. Proberen om je beter op te stellen, maar er ook iets aan doen. En dan niet een keertje of een maand lang, maar structureel. Ik zet mij daar graag voor in, zodat de sport daar kritisch naar kijkt. En kritisch blijft kijken. Er kan nog heel veel beter.”
Blijven praten dus?
“Elk moment dat we erover praten helpt om meer bewustzijn te creëren. Als je daarbij ook je best doet voor meer diversiteit, dan zijn we goed bezig. Stap voor stap. Maar ik snap dat de frustratie groeit. Neem die recente zaak van Breonna Taylor, de ambulanceverpleegkundige die overleed tijdens een onterechte huiszoeking. Nog steeds is er weinig gedaan aan de drie verantwoordelijke agenten. Tja, er zijn nog heel wat gebreken in de samenleving. Toch put ik hoop uit de acties én reacties die we overal blijven zien.”
Je vorige race in Spanje was zonde, net buiten de punten. Hoe hou je jezelf scherp, dat je niet in die teleurstelling blijft hangen?
“Door de middag en avond na de race gewoon echt chagrijnig en gefrustreerd te zijn! Maar op maandag dwing ik mijzelf om het achter mij te laten. Ik stop het niet weg hoor, want ik kijk kritisch naar hoe ik het beter had kunnen doen en wat ik waar heb laten liggen. Maar niet leren met een hangend hoofd, maar borst vooruit. Niet zeiken en door. Even een goed stuk mountainbiken om het hoofd leeg te krijgen, praten met m’n hoofdmonteur en gaan.”
“DE 80’S IN MONACO”
Wat is je eerste herinnering aan Formule 1?
“Als kind thuis naar races kijken. Volgens mij was dat een 360-graden spin van Nigel Mansell, dat zag er zo cool uit. Niet goed voor z’n rondetijd, maar dat hij daarna gewoon nog kon blijven racen maakte veel indruk. Ik kan mij ook nog goed de race in Melbourne herinneren, waar Mark Webber z’n eerste WK-punten veroverde toen hij nog voor Minardi reed. Dat was toen nog lastiger omdat enkel de top zes punten kreeg en hij eindigde als vijfde.”
Wat is een historische race en tijdperk waarin je had willen racen? “De 80’s zouden cool zijn geweest. Met de extra slicke banden en die handbakken. Die auto’s op Monaco tijdens een snelle kwalificatieronde, kun je het je voorstellen!”
Er komt een nieuwe generatie coureurs aan met Lando Norris, George Russell en Max Verstappen maakt daarvan ook deel uit. Zijn ze anders?
“Als coureur zijn ze niet echt anders, ze zijn niet drastisch anders in hun rijstijl. Ze houden wel van hun videospelletjes, haha, dat is één ding dat zeker is, met de meest realistische racing-simulators. Misschien moet ik daar ook maar eens aan.”
Een voordeel?
“Nah, denk het niet. Ze zouden in plaats van die spelletjes wel eens wat vaker naar buiten mogen gaan. Maar buiten dat laat ik ze, ze doen goed hun best.” (grijnst)
En buiten het circuit, benaderen ze het wereldje anders?
“Ze gaan heel relaxt met dit circus om. De oudere generatie is wat stijver. Kijk een jaar of tien terug en dan vraag je je af of sommige coureurs er wel lol in hadden. Aan die nieuwe generatie merk je in alles dat ze enorm veel plezier hebben in wat ze doen. In racen, maar ook in de wereld eromheen. Ze benaderen het opener en door hun natuurlijke ervaring met social media gaat dat ze ook makkelijker af. Wat ook helpt is dat coureurs meer worden gemotiveerd om hun eigen persoonlijkheid naar buiten te brengen. Minder in een strak keurslijf zeg maar. Zolang je lol hebt en dat laat merken, vind ik het super. Forceer het niet, want daar prikt het publiek tegenwoordig zo doorheen. En het ziet er ook gewoon gênant uit, haha.”
Hoe ga je daar zelf mee om?
“Soms is dat een uitdaging. Hoe meer je privé houdt, hoe meer mensen gaan graven om te zoeken naar dingen. Social media geeft je fans een kijkje in je leven en zo leren ze mij beter kennen en hopelijk waarderen. Ik vind het belangrijk dat je weet wie je support, behalve enkel de kleur van z’n helm. Ik denk dat ik veel laat zien, buiten familiedingen en relaties. Onnodig om daar nog extra mee te adverteren.”
Wat zijn jouw verleidingen, buiten het circuit?
“Ik geniet van de tijd wanneer ik niet van land naar land hop en kan genieten van mijn familie en vrienden in Australië. Die momenten maken mij het gelukkigst. Muziek is mijn andere passie. Helaas zitten concerten er voorlopig niet in, maar muziek is voor mij als meditatie buiten het circuit. Voor de rest is alles op twee wielen hemels voor mij. Motorrijden en mountainbiken, je maakt mij helemaal gelukkig als er een sprong in zit.”
Als in een soort Dukes of Hazzard-stijl?
“Haha, exact. Als kind probeerde ik altijd airtime te krijgen op mijn kleine BMX-fietsjes. Ik was nooit erg goed, maar de inzet was er. Dus nu ik de ruimte en middelen heb, zorg ik dat ik airtime krijg wanneer ik dat nodig heb. Ik blijf gewoon eigenlijk een groot kind.”
Je ultieme doel is om wereldkampioen te worden, hoeveel jaar geef je jezelf nog?
“Eigenlijk wil ik zeggen: net zolang totdat ik het ben. Ik heb nog steeds de tijd van mijn leven en hou nog net zoveel van racen als tijdens mijn debuut. Maar als ik eerlijk ben tegen mezelf, dan wil ik niet dat het langer dan vijf jaar duurt. Tenzij ik heel dichtbij ben in mijn vijfde jaar, dan blijf ik nog wel even doorrijden!”
Volgend jaar is een evolutie van dit jaar, de revolutie volgt hopelijk in 2022. Wat verwacht je?
“Volgend jaar zal voor mij McLaren de grootste verandering zijn. Dat is een nieuw team en een andere auto, maar ik verwacht dat voor mij de motor de grootste uitdaging gaat zijn. Ik heb sinds het V6-tijdperk alleen nog maar met Renault-motoren gereden. Straks wordt dat Mercedes en dat zal even tijd nodig hebben.”
“OPWINDEND EN ENG”
En 2022?
“Ik kijk erg uit naar dat jaar. Ik ben benieuwd wat de kleinere budgets voor uitwerking hebben. Hopelijk komt het veld dan wat meer dichterbij. Door de nieuwe regels gaan we elkaar ook wat makkelijker kunnen volgen, zonder die ‘vuile lucht’. Erg opwindend en ik hoop dat de veranderingen de verwachtingen waarmaken. Ik denk dat het de sport ten goede komt als er wat meer met elkaar wordt gestreden.”
Wat is je beste herinnering op twee of vier wielen ooit?
(lacht) “Er zijn heel wat voorbeelden die mijn verzekering niet mag weten… Maar iets recents: ik hou dus van springen met een BMX of motor. Dus dat was ik onlangs weer eens aan het oefenen met een kuil vol met van die schuimen bakstenen en luchtzakken, zodat je lekker zacht landt. Een middag met een crossmotor sprongen maken en dan zacht landen werkt echt bevrijdend! Het is opwindend en eng tegelijkertijd. Want als je het verkeerd doet of verkeerd landt, dan heb je best pijn kan ik je vertellen! Maar ik kan dat oneindig blijven doen, haha!”
3X RICCIARDO OVER HORLOGES
Horlogefan
“Mijn vader was altijd al horloge-liefhebber. Ik herinner mij vooral de billboards waarop coureurs de mooiste horloge droegen en kan mij nog goed herinneren dat m’n vader zei dat ik ze ook ooit wel zou gaan waarderen. Ik moest ze vergelijken met een racewagen. De overeenkomsten van de mechaniek van het racen en een mechanisch uurwerk, dat snapte ik uiteindelijk pas toen ik een jaar of 23 was. Het klikte ineens van de ene op de andere dag. Ik was om. F1 gaf me vervolgens een mooie gelegenheid om ze van dichtbij te waarderen.”
Mechaniek
“Hoeveel techniek ze wel niet kwijt kunnen in een heel klein oppervlak. Clean werken, een extreem oog voor detail en het juist in die details zoeken om op te vallen. Daarin zie ik ook zeker een vergelijking met Formule 1.”
Design
“Dan zou ik uiteindelijk gaan voor een clean ontwerp. Een paar jaar geleden zou ik nog voor wat opvallends zijn gegaan, maar ik denk dat ik het nu redelijk minimalistisch zou aanpakken. Misschien is het de leeftijd, maar hoe ouder je wordt, hoe meer je zaken leert waarderen die tijdloos zijn en een langere houdbaarheidsdatum hebben.”
www.bellross.com