De wereld van luxe motorjachten balanceert tussen conservatisme, futurisme en vrolijke zorgenloosheid, zo ontdekt GW. Wie zo snel wil gaan als een brommer verstookt 447 liter diesel per uur…
Tekst: Hans van Wetering Fotografie: Fairline Yachts“Eigenlijk zijn alle boten hetzelfde, ze hebben min of meer dezelfde vorm, bijna allemaal zijn ze wit: de botenwereld is een conservatieve wereld.” De jachthaven van La Napoule, even voorbij Cannes. Een onbegrijpelijk warme herfstdag. Waar Cannes vooral geassocieerd wordt met jetset, een plek is waar de nouveau riche het breed laat hangen, daar ademt Napoule oud geld. Oud geld van oude mensen. Jeugd is er niet veel in La Napoule.
Stuurman Ed van Fairline Yachts vertelt vol vuur over zijn liefde voor zeilboten terwijl we door de marina van Napoule lopen, onderweg naar de hagelnieuwe Fairline Squadron 68 die even verderop klaar ligt voor een proefvaart. De jachten zijn imposant, ze glimmen verblindend in de ochtendzon.
De namen zijn soms raadselachtig. Relax spreekt voor zich. Ultra kun je je ook nog wel iets bij voorstellen, maar Tam Tam? En wat in vredesnaam heeft de eigenaar bezield die zijn motorjacht Cool a Flo noemde? De naam van het grootste jacht in de haven, de 57 meter lange Taiba, geeft ten minste een aanwijzing wat betreft de afkomst van de eigenaar. Taiba is een andere naam voor Mekka, de heilige stad van de moslims. Dat jacht is te huur overigens, voor wie interesse heeft, voor 310.000 euro per week.
BELASTINGVRIJ
Op driekwart van de jachten staat als thuisbasis ‘Georgetown’ vermeld en wappert de vlag van de Britse Kaaimaneilanden. Met de afkomst van de eigenaren heeft dat weinig te maken, wel met het belastingregime: vennootschapsbelasting, inkomstenbelasting, vermogensbelasting – het bestaat er simpelweg niet.
Verdwaald tussen al het geweld dobbert een kleine sloep. De David is nog geen vier meter lang. “In Engeland hebben boten geen mannennaam,” zegt Ed, “dat is bad luck.” Bijgeloof waar de Fransen zich niet aan storen blijkbaar. A vendre staat erop.
De tweedehands handel in boten is massive, zegt Ed. Wat voor vliegtuigen wordt gezegd gaat ook voor boten op: “Er zijn twee momenten dat je er zielsgelukkig van wordt: het moment dat je er een koopt en het moment dat je hem weer verkoopt.” Hij lacht: “En veel mensen die zich dit soort jachten kunnen veroorloven hebben een boot drie of vier jaar, dan zijn ze er op uitgekeken. Dan willen ze iets nieuws, willen ze groter.”
VASTE CREW
We arriveren bij de Squadron. Engelse vlag, smetteloos wit, indrukwekkend. De Squadron werd ontworpen door World Yacht Trophies Yacht Designer of the Year winnaar Alberto Mancini en gebouwd in Groot-Brittannië. Won bij de presentatie in 2019 tijdens diezelfde World Yacht Trophies (de meeste prestigieuze van alle, wel de Oscars van de botenwereld genoemd) de eerste prijs in de categorie Interior Design voor jachten tussen 18,5 tot 24 meter.
20,62 bij 5,23 meter meet het schip. De lichtmast reikt ruim zes meter in de lucht. Imposant is het zeker. De luxe straalt ervan af. De teakvloer, de witte leren banken, de afwerking van het meubilair, de verschillende slaapvertrekken met uitzicht op zee – de Squadron heeft ruimte voor 16 personen. Er is ook een aparte ruimte voor de crew, die via de achterplecht toegankelijk is. “Je kunt dit schip gemakkelijk zelf besturen,” zegt Matt, “maar voor een trip heb je eigenlijk een crew nodig. Een bestuurder die iets van mechanica weet is wel handig, en iemand die serveert en de bedden doet. Bij jachten vanaf 80 feet is een crew in vaste dienst meestal wel het geval. De Squadron zit eigenlijk een beetje op de grens.”
447 LITER…PER UUR
Built for tomorrow’s world staat in de folder. Qua stijl is dat zeker raak. Maar een klein vraagteken mag daar ook bij worden gesteld, zo blijkt wanneer we vertrekken. ”800 toeren”, zegt Matt. Hij wijst op het beeldscherm waarop de data van het schip zichtbaar zijn. De cockpit ziet er indrukwekkend uit, prachtige schermen, een stuur als van een sportauto. “8,4 knots, en dit hier geeft aan hoeveel liter brandstof er dan per uur wordt geconsumeerd.” 32,4 liter per uur staat er. “Nu geef ik wat gas bij.” 1400 toeren, ruim 13 knopen, 135 liter per uur. Matt geeft een knikje, volgende stap. Kruissnelheid: 16 knopen, 191 liter. Het gaat harder en harder, het schip beukt op de golven, de brandstofconsumptie vliegt omhoog. “Maximum vermogen,” zegt Matt na een tijdje. 2400 toeren staat op het beeldscherm, de twee Caterpillar C18-1150 dieselmotoren (2300 pk) stuwen het jacht naar ruim 28 knopen (bijna 52 km/u), en een slordige 447 liter diesel per uur (de tank bevat 4680 liter, dus op maximumsnelheid kun je nog ruim tien uur varen). “Elektrische jachten zijn er al wel,” zegt Matt, “en met hybride aandrijving. Maar voor de meeste mensen die dit soort jachten kopen is dat verbruik niet direct een breekpunt, niet wat betreft het klimaat en niet als het gaat om de kosten.”
APARTE LIFT EN BIOSCOOP
De kale prijs van de Squadron 68 bedraagt 1.695.000 pond ex BTW (ofwel ongeveer 1,9 miljoen euro). De lijst met opties is lang en gaat via klein grut als een vaatwasser (2000 pond), sfeerverlichtingspakket (5000) of satelliet-tv (20.000) naar meer prijzige opties als een elektrische hardtop met geïntegreerde belichting (108.362) en een gyroscoop stabilizer á 109.096 pond. Neem je alle opties, dan kost de boot 432.988 pond (ex-BTW), ofwel zo’n 492.000 euro meer.
Terug naar 1400 toeren. Het bovenste dek. De wind, de zon, het zout. In reclame-aanprijzingen wordt de werkelijkheid nogal eens geweld aan gedaan, maar daar is in de folder van de Squadron 68 vandaag geen sprake van. ‘Take in your surroundings from the elevated flybridge, with the breeze on your face and the horizon all around you. Dine with friends in the single-level saloon, served from the well-equipped galley. Lightness, space and a fluid design make time above or below deck both graceful and free-flowing.’ Zo is het maar net.
Even buiten de Marina ligt een superjacht voor anker. “De Octopus,” verduidelijkt Matt. Het blijkt het jacht van de in 2018 overleden Microsoft-oprichter Paul Allen. 126 meter lang is het, en het staat te koop, voor 295 miljoen dollar, af te rekenen bij Allens zus. Het is daarmee een van de tien duurste jachten ter wereld. Maar dan heb je ook wat: wat te denken van een apart eigenaarsdek met privé bar, jacuzzi en ‘al fresco dining area’, te bereiken via een aparte lift (fijn wel, in tijden van corona). Bioscoop, spa, bibliotheek een basketbalveld, twee helikopterlandingsplatforms, een glazen vloer zodat het onderwaterleven kan worden geobserveerd, het is er allemaal. Het piece de resistance (en de reden dat de Octopus als ’s werelds beroemdste superjacht geldt): er is een heuse onderzeeër aan boord. Gasten die even van het schip af willen kunnen gebruik maken van een van de acht tenders: speedboten dus.
PURE FUN
Speedboten zoals ook de Fairline 33 er een is. Te koop vanaf 278.000 pond. Ook die 33 – genomineerd voor european powerboat of the year – werd door Alberto Mancini ontworpen. De conservatieve wereld waar stuurman Ed het eerder over had is hier ver te zoeken. De 33 is een schitterende sculptuur, volgens Mancini geïnspireerd op de sportwagens uit de jaren zestig, het gouden tijdperk van Ferrari, Maserati en Jaguar. Als we ’s middags met zo’n 33 de haven uitvaren ontmoeten we nieuwsgierige, bewonderende blikken: wat is dat!? Mensen nemen foto’s. Natuurlijk, je kunt er een weekeindje mee weg, in de cabine (stahoogte) van het tien meter lange schip is slaapplek en comfort genoeg. Een korte cruise met je familie, waarom niet? Maar vóór alles ademt de 33 snelheid. De 33 is niet voor de faint hearted, niet voor de zeventigers en tachtigers die hier door La Napoule schuifelen in ieder geval.
Dat de 33 een monster is blijkt even later op open zee. Ed heeft er zin in. “Een fun boat,” zegt hij. Het gas gaat open. De twee Volvo Penta V8-430 benzinemotoren (860 pk) brullen. Steeds sneller gaat het. Nog nooit in iets gezeten dat zo snel aanvoelt. Die Porsche 911, die Kawa – de snelheidservaring is onvergelijkbaar. De boot stuitert op de golven, schiet omhoog, duikt omlaag, knalt neer. Goed vasthouden is het devies. “Dit hier is de dodemansknop”, roept Ed. Als de stuurman onwel wordt of overboord valt dan slaat de motor subiet af. Fijn om te weten. En als de boot zelf omkiepert ook, denk ik bij mezelf. “Wanna hear some Music?” You can’t always get what you want, zingen de Stones. Dat de muziek niet volledig wordt overstemd door het brullen van de motoren en het windgeraas is eigenlijk onbegrijpelijk (optie: acht extra speakers en subwoofer á 2300 euro). “Lets go find an island!” Ed heeft het nu echt naar z’n zin. Even later schieten we tussen twee eilandjes door. We komen in de buurt van de Octopus. “44 knots,” schreeuwt Ed, “46… 48… 48,4…” Het is het record van die dag: 90 kilometer per uur. Nu gaan we achtjes varen zegt Ed. Onder het toekijkend oog van de Octopus, steeds sneller, steeds kleiner worden de achtjes, steeds scherper de bochten, steeds verder zijwaarts helt de boot. We dreigen eruit te vallen, de boot ligt bijna 90 graden op het water. Ed kijkt om terwijl de boot als een razende de bocht neemt, hij lacht: “Okay, now tell me: you wanna go really wild?”
Fairline Yachts is van origine een Britse jachtenbouwer, in 1963 gestart door Jack Newington, in Oundle, Northamptonshire. Sinds 2016 is het merk, na een serie overnames, in handen van de Russische zakenmannen Alexander Volov en Igor Glyanenko. Check voor meer info: www.fairline.com