Toen Edward Grylls een week oud was, gaf zijn oudere zusje hem de bijnaam Bear. Ze bleek een profetische blik te hebben. In de jaren die volgden ontwikkelde haar broertje zich tot SAS-militair, survivalexpert en de stoerste tv-presentator ter wereld; een carrière waarin grenzen worden opgezocht, om die vervolgens te slechten met de onverzettelijkheid van een beer…
In zijn nieuwste boek, het autobiografische Geef nooit op, haalt Bear Grylls herinneringen op aan expedities en verkent hij de levenslessen die hij tijdens zijn avonturen heeft opgedaan.
“Als ik de grimmigste plek moet noemen waar we ooit hebben gewerkt, denk ik als eerste aan de zwarte moerassen op Sumatra. Maar om eerlijk te zijn: er zijn genoeg andere plekken die voor die titel in aanmerking komen.
Zo is de Northern Territory van Australië zonder meer zwaar terrein, waar de muskieten zelfs de meest geharde avonturier hoorndol kunnen maken. Ik weet nog goed dat we daar moesten filmen en dat we de hele dag door de drek en doornstruiken moesten ploegen om de gewenste locatie te bereiken. Het zou snel donker worden en dus werd het tijd om ons kamp op te slaan.
Idioot hoge temperaturen
We waren allemaal op na twaalf uur lang zware lichamelijke inspanning in een luchtvochtigheid van honderd procent en idioot hoge temperaturen. De muskieten werden in de loop van de dag steeds actiever, maar ons lokale ondersteuningsteam en onze Aboriginalgidsen klaagden niet en dus klemden we onze kaken op elkaar. Maar tegen zonsondergang vertrokken ze samen met het grootste deel van het team in de richting van een onverharde weg, waar auto’s ze naar onze productiebasis zouden brengen, een uur rijden verderop. Dave en ik bleven –alweer– alleen achter, samen met een hoop materiaal.
We sloegen ons kamp op, kleedden ons uit en sprongen in een modderige kreek, niet zozeer om schoon te worden als wel om een beetje af te koelen. En toen, ineens, leek het alsof elke muskiet die om ons hoofd zoemde wel honderd neefjes en nichtjes had uitgenodigd. Het ene moment stonden we te kletsen en waren we onze uitrusting op orde aan het brengen, het volgende moment was het gezoem van die prikbeesten dusdanig toegenomen dat we onze stem moesten verheffen om ons verstaanbaar te maken. We konden letterlijk amper iets zien door de dikke wolken insecten. Een nacht om nooit te vergeten.
Kracht van de massa
Mocht je soms het gevoel hebben dat je in je eentje niks voor elkaar kunt boksen, kom dan naar de Northern Territory, zo tegen zonsondergang. Dan zul je merken wat de kracht van de massa is. Die rotbeesten kunnen de sterkste mannen en vrouwen tot een jammerend hoopje ellende reduceren, en snel ook. Onderschat bij muskieten nooit ofte nimmer hun vermogen om je dag grondig te verstieren.
Tegen de ochtend zagen we eruit alsof we in een bak punaises hadden liggen rollen. We waren een opgezwollen, bloedende, jeukende bende, en dan hadden we nog in een tent geslapen.
Het deed me weer iets nieuws beseffen: dat ik als survivalexpert altijd meer een bezoeker ben geweest dan iemand die de wildernis heeft ‘overwonnen’. Haal alle technologie en uitrusting weg en je vindt jezelf al snel terug in hetzelfde bootje als waar onze voorouders van millennia terug in zaten. Ja, we kunnen wat mest op het vuur gooien om met rook de steekbeestjes op afstand te houden, en ja, we kunnen modder op onze huid wrijven om ze van ons lichaam te weren, maar als het erop aankomt zijn we nooit de sterkste of hardste in de natuur. Die eer gaat naar de dieren. Gehard, aangepast en toegerust om te overleven. Dieren zijn in een constante strijd verwikkeld om in leven te blijven, met als gevolg dat ze er erg goed in zijn.
En ik? Ik ben nog maar een beginneling.
Die reis door de van muggen vergeven Northern Territory zal ik om meerdere redenen nooit vergeten. Niet in de laatste plaats omdat ik daar voor het eerst mijn eigen urine dronk. Een infaam moment in mijn leven, maar toch een moment. Een andere reden dat die aflevering me zal bijblijven is dat ik toen voor het eerst een slangenkop in mijn mond stak.
Over het algemeen houden mensen niet zo van slangen (iets wat teruggaat, vermoed ik, naar het verhaal van Eva, die misleid werd door de duivel in het paradijs, waarna mensen en slangen nooit meer de beste maatjes zijn geweest). Slangen zijn nog altijd verantwoordelijk voor een groot aantal doden in de gebieden waarin ik me geregeld begeef. Onze oude producent, Steve Ranking, werd in de jungle van Costa Rica gebeten door een groefkopadder en verloor bijna zijn voet (en zijn leven), hoewel we binnen een uur in het ziekenhuis waren en hij antigif kreeg toegediend. Sommige slangen zijn levensgevaarlijk. Zo bevat de beet van de krait in India en de taipan in Australië genoeg gif om vijftig man te vellen. (Piers Morgan nam me eens apart en zei: ‘Dus ze bijten alleen mannen?’)
Giftanden in de aanslag
Het overgrote deel van slangenbeten is het resultaat van zelfverdediging door de slang, en slangen zijn zeker niet de ellendige beesten waar veel mensen ze voor houden. Alhoewel, ik ben ooit eens achternagezeten door een supergiftige watermoccasinslang in de moerassen van Louisiana. Het beest kwam recht op me af, schoot in die kenmerkende s-vorm door het water, de bek wijd opengesperd, giftanden in de aanslag, en duidelijk van zins me een slechte dag te bezorgen. Ik was gewoon lekker mijn ding aan het doen toen ik dat monster op me af zag komen en ik kan het verhaal alleen maar navertellen doordat ik een stok wist te grijpen en het beest een klap verkocht.
Natuurlijk heb je agressieve uitzonderingen op de regel, maar lang niet alle slangen zijn zo bloeddorstig. Ik ga geregeld met slangenliefhebbers om en dat vind ik prima; het is alleen niks voor mij. Je zult bij mij thuis geen kamers volgestouwd met terraria aantreffen.
Maar goed, de Northern Territory dus. Ik probeerde een kleine kreek af te zakken, ver bij alles en iedereen vandaan. Het water reikte tot aan mijn borst toen ik ineens een slang van anderhalve meter langs zag zwemmen.
Ik greep hem bij de staart en trok hem naar me toe.
Er zijn meerdere manieren om een slang te doden. De snelste manier, waarvan ik wel gehoord had, maar die ik nog nooit met eigen ogen had gezien, is om de slang bij de staart te pakken, hem als een lasso boven je hoofd te slingeren en hem vervolgens als een zweep op de grond te slaan. Nou is het bij de staart beetpakken van een slang niet ongevaarlijk, omdat slangen de neiging hebben zich razendsnel om te draaien en je te bijten, maar als je snel genoeg begint te zwaaien genereer je zoveel centrifugale kracht dat de slang geen kans meer ziet om toe te slaan. Dit is bovendien een uiterst humane manier om slangen te doden, alhoewel het er wat lomp uitziet. Ik heb het eens een keer gedaan in het Chinese regenwoud en toen werkte het prima.
Maar terug naar Australië. Ik stond juist op het punt de slang af te maken en op te bergen om hem later te kunnen bereiden toen een van onze Aboriginalgidsen me een suggestie deed. Hij vertelde dat sommige Aboriginalvrouwen vroeger slangen doodden door ze bij de kop te pakken (wat beter is dan bij de staart, zolang je de slang eerst maar vastpint) en vervolgens (en dit gaf de doorslag) de hele kop, levend en wel, in hun mond te stoppen om de nek met hun tanden te breken.
We keken elkaar aan en dachten precies hetzelfde: dit méén je niet.
Maar natuurlijk was er wel een of andere geinponem in het team die zei: ‘Eigenlijk zou dat wel cool zijn om te laten zien…’ En voordat ik het wist stond ik op de oever, in the middle of nowhere, met een wild bewegende slang in mijn hand terwijl de rest van de crew aan het bespreken was of deze techniek zou werken of niet.
Onze gids voegde er nog aan toe dat hij het nog nooit zelf had gezien, maar volgens de overlevering werd het gedaan en hij was er redelijk zeker van dat het zou werken. Kennis waar ik op dat moment weinig aan had. Ik zag al voor me dat de slang me in mijn keel beet, waarna het slecht met me zou aflopen.
Toch besloot ik dat het de moeite waard was. Als het zou werken, was het in principe een zeer snelle, humane manier om de slang te doden. Ik probeerde niet te veel na te denken en greep de kop nog wat steviger beet.
Ik bracht het dier naar mijn gezicht. Zelfs dat voelde al verkeerd. Ik sperde mijn mond wagenwijd open en duwde de kop van de slang naar binnen.
Zodra ik er zeker van was dat de kop helemaal in mijn mond zat, beet ik. Ik voelde de kop, waarna ik nog harder beet en met mijn hoofd begon te schudden om er zeker van te zijn dat hij niet meer kon bewegen. Dit was het moment waar ik het meest bang voor was, omdat ik wist dat mijn beet de slang zou dwingen zijn eigen bek te openen, en als ik halfslachtig te werk ging zou hij me kunnen bijten als ik hem weer mijn mond uit trok. Dat laatste deed ik dan ook supersnel, waarna ik hem liet bungelen. Zijn nek bleek gebroken en er druppelde bloed uit zijn kop. Hij schokte en kronkelde zoals slangen doen wanneer ze net zijn gedood. Mijn hart bonsde in mijn keel. De adrenaline gierde door mijn lichaam en ik keek naar Simon en Dan, onze twee cameramannen.
Niemand zei iets.
Ik haalde diep adem en liep het beeld uit met de woorden: ‘Nou, het eten is ook geregeld.’
Dat was een beetje mijn standaardzinnetje geworden voor wanneer ik mijn maaltijd bij elkaar had gesprokkeld, een uitdrukking geboren uit gewoonte. Of ik nu een hagedis, iguana, slang of schorpioen had verschalkt, het betekende maar al te vaak één ding: eten.
Toen ik me weer omdraaide, hoorde ik Simon die vreselijke woorden zeggen: ‘Sorry, Bear, maar ik heb niet op record gedrukt.’
Ik kon het niet geloven. Na al dat gedoe?
‘Je maakt een grapje, toch?’
Hij schudde zijn hoofd. ‘We hebben het niet… Sorry.’
Pas na twee dagen zei hij dat het inderdaad een grapje was.
Het stond allemaal op film. En het was goud.”
OVER BEAR GRYLLS
Bear Grylls is een van ’s werelds bekendste gezichten in de wereld van survival en outdoor.
Hij bekwaamde zich als kind in vechtsporten en diende later drie jaar in het Britse leger, bij de Special Forces. Daar perfectioneerde hij veel van de survivalvaardigheden. Na een parachuteongeluk in Afrika, waarbij hij zijn rug op drie plaatsen brak, wist Grylls volledig te herstellen. Kort daarna werd hij een van de jongste klimmers op de top van de Mount Everest.
Hij presenteerde zeven seizoenen van de voor een Emmy genomineerde hitserie Ultimate Survival, een programma dat een van de best bekeken tv-series ter wereld werd, met een geschat aantal van 1,2 miljard kijkers. Sindsdien heeft hij meer tv-programma’s over extreme survival gemaakt dan wie ook, waaronder zes seizoenen van de wereldwijde hit Running Wild with Bear Grylls. Daarin nam hij enkele van ‘s werelds grootste sterren mee op avontuur, waaronder president Obama, Julia Roberts, Roger Federer, Will Ferrell, Channing Tatum, Kate Winslet en premier Modi van India.
Grylls’ autobiografie Mud, Sweat and Tears (Modder, zweet en tranen) stond vijftien weken lang op nr. 1 in de bestsellerslijst van de Sunday Times. Grylls is Honorary Colonel van de Royal Marines Commandos, de jongste Chief Scout in het Verenigd Koninkrijk ooit en ’s werelds allereerste Chief Ambassador van de World Scout Organization, in welke hoedanigheid hij een wereldwijde familie van zo’n vijftig miljoen scouts vertegenwoordigt.
Hij is getrouwd met Shara en samen hebben ze drie zoons: Jesse, Marmaduke en Huckleberry. Ze wonen op een woonboot op de Theems in Londen en op een privé-eiland voor de kust van Wales. Grylls’ levensmotto is simpel: Behandel anderen goed, wees moedig en… geef nooit op!
Bovenstaande verhaal is afkomstig uit:
Bear Grylls – Geef nooit op
Luitingh Sijthoff | ISBN: 9789024597161 | Pagina’s: 336 | € 21
Foto’s in het boek zijn van: Ben Simms, Ben Kenobi, Emma Myrtle, ngc Networks, us llc, Bear Grylls Ventures, llp en Electus llc., Potato tv en itv Studios, Andrew Matthews, wpa Pool/ Getty Images, Sara Donaldson , Hamish Brown.