Er waren windvlagen tot 240 km/u nodig om ervoor te zorgen dat deze unieke Ferrari op deze pagina’s terecht kwam. Een prachtig collectors item, voor wie niet vies is van een laagje patina….
Tekst: Gerben Bijpost Foto’s: Darin Schnabel ©2023 Courtesy of RM Sotheby’s
Charley begon 4 augustus 2004 als een bescheiden tropische storm aan de Afrikaanse westkust. Maar toen hij vijf dagen later, na een duizenden kilometers lange reis over de Atlantische Oceaan aankwam bij Florida was zijn kracht op angstwekkende wijze toegenomen tot een orkaan hoog in Categorie 4, een van de zwaarste stormen die hier ooit waren geregistreerd. Charley hield zes dagen huis en liet een spoor van vernieling achter, kostte 35 mensen het leven en veroorzaakte bijna 17 miljard dollar aan schade.
Een van de meer onbeduidende schadegevallen betrof het dak van een oude schuur, dat er compleet was afgerukt. Wat daaronder tevoorschijn kwam zou de geschiedenis ingaan als een van de meest bijzonder barnfinds ooit, later gedoopt tot de Lost & Found Collection: een twintigtal Ferrari’s uit het gouden tijdperk van het bedrijf -dat zich uitstrekt van de jaren vijftig tot in de jaren zeventig van de vorige eeuw- waaronder enkele van de meest bijzondere creaties van het Italiaanse merk.
Vlaggeschip zonder laklaag
Eén daarvan is deze Ferrari 250 GT Coupe Speciale uit 1956, nog voorzien van zijn originele laklaag. Of althans, wat daarvan nog over is. Het is een auto met een bijzonder verhaal, dat begon op de Autosalon van Brussel in januari 1956. Ferrari introduceerde hier een nieuw vlaggenschip ter vervanging van de 375 America: de 410 Superamerica met Lampredi-motor. Indrukwekkend in elk opzicht, niet in de laatste plaats door zijn fraaie koetswerk. Dit Pinin Farina-ontwerp was een combinatie van formele en sportieve elementen, te beginnen met een prominente grille en bol uitstekende spatborden met geïntegreerde koplampen, een cockpit met hoog profiel overlopend in een wraparound achterruit en uiteindelijk een vlak achterdek geflankeerd door subtiele staartvinnen.
Twee maanden later, op de Salon van Genève, werd deze Superamerica vergezeld door een ánder nieuw Ferrari-model dat hier sterk op leek. Dit was de introductie van de nieuwe 250 GT, aangedreven door een verbeterde versie van Gioacchino Colombo’s V-12-. Dit nieuwe koetswerk, eveneens van Pinin Farina, was vrijwel identiek aan dat van de Superamerica, zij het iets groter en voorzien van verchroomde motorkap- en spatbordopeningen en geaccentueerde achterspatborden.
Hyper exclusief
Van deze 250 GT bouwde Pinin Farina slechts twee prototypes en een viertal vroege exemplaren, totdat de productie opeens een eigenaardige wending nam: het productiecontract werd door Ferrari toegewezen aan carrosseriebouwer Felice Mario Boano, terwijl Pinin Farina het contract kreeg voor de productie van de 250 GT Cabriolet – nota bene een ontwerp van… jawel, diezelfde Boano. Het gevolg was echter dat de Ferrari 250 GT Coupe Speciale van Pinin Farina een uiterst zeldzame verschijning werd. Nóg zeldzamer waren de slechts drie exemplaren die Pinin Farina bouwde zónder spatbordopeningen en die verkocht werden aan vooraanstaande klanten wereldwijd. De belangrijkste onder hen? De koper van de hier afgebeelde auto, met chassisnummer 0469 GT, afgeleverd in augustus 1956 aan Mohammed al-Khamis bin Yusef bin Hassan al-Alawi, beter bekend als Mohammed V, koning van Marokko.
Strijd voor onafhankelijkheid
Mohammed V was minder dan een jaar eerder teruggekeerd naar zijn land, nadat hij in 1953 door de Fransen was verbannen naar Madagaskar. Hij was een fanatiek voorvechter van nationale onafhankelijkheid en in een poging om zijn stem het zwijgen op te leggen, probeerden de koloniale autoriteiten hem uit de nationale bewustzijn te wissen. Die truc mislukte. Na zijn thuiskomst eind 1955 bleef Mohammed V met de bezetters onderhandelen, met als uiteindelijk resultaat groen licht voor de onafhankelijkheid van Marokko.
Hoewel het niet meer dan speculatie is, is het heel goed mogelijk dat de koning –gekend liefhebber van bijzondere auto’s- de zwaarbevochten onafhankelijkheid van zijn land vierde door de nieuwste snelheidsmachine van Ferrari te kopen. Waarbij hij natuurlijk iets exclusievers wilde dan een standaard seriemodel. Deze Pinin Farina coupé met zijn bijzondere koetswerk was de perfecte keuze, zeer zeldzaam en elegant, maar ook onmiskenbaar sportief.
De grote oversteek
Aan het begin van de jaren zestig raakte Mohammed kennelijk toch op zijn karretje uitgekeken, want de Ferrari werd geëxporteerd naar de Verenigde Staten en belandde na wat omzwerving in een schuur die langzaam maar zeker werd vergeten. Aldaar, in het donker, bedekt door een steeds dikker worden laag stof, wachtte hij geduldig op die ene bescheiden windvlaag, die tientallen jaren later in de buurt van zijn vorige thuisland Marokko zou ontstaan, de oceaan zou oversteken en uiteindelijk krachtig genoeg zou worden om hem met donderend geweld weer in het volle daglicht te plaatsen. Klaar voor een tweede leven. Te beginnen met een stevige opknapbeurt…