Hij ontwierp de mooiste auto’s die ooit werden gemaakt. De Ferrari Daytona? Het was zijn potlood dat de lijnen tekende. De Ferrari 250 LM Speciale en de Ferrari 308 GTB/GTS? Ze ontsproten aan zijn brein. Pininfarina-ontwerper Leonardo Fioravanti over een leven in schoonheid.
Tekst: Hans van Wetering Foto’s en illustraties: Leonardo Fioravanti
Leonardo Fioravanti (niet te verwarren met de gelijknamige surfer) is ondanks zijn 83 jaar een druk man, altijd onderweg. Hij is heel even terug in Milaan, de stad waar hij een leven lang werkte en nog altijd woont, als hij GW te woord staat.
“Met dat probleem ben ik mijn hele leven bezig geweest,” zegt Fioravanti en begint te lachen. “Schoonheid heeft me altijd gefascineerd, ik heb ermee gevochten. Tijdens mijn studie kwam ik aanraking met Plato. Diens definitie luidde: “Schoonheid is de schittering van de waarheid”. Voor mij is waarheid direct verbonden met functionaliteit. Elk product dat ik ooit heb gemaakt is ontworpen vanuit de functie. Die functie wordt vervolgens zichtbaar in de esthetiek: als je een wiel ziet, zie je als het ware een uitleg van waar het ding voor dient. Tot slot interpreteren mensen die esthetiek met hun ‘persoonlijke gevoelens’: dat is de stijl. Het gaat dus om functie, esthetiek en stijl, in die volgorde. Je kunt prachtige auto’s maken, echte schoonheid creëren, maar het begint allemaal met de functie, met het zoeken van oplossingen voor ontwerpopgaven, bijvoorbeeld wat betreft de relatie tussen het koelen van de motor en de aerodynamica.”
De ontwerper zoekt oplossingen en alles komt voort uit de functie van het ding. De hand die achteloos lijnen schetst op het papier en zo vanuit het niets een huiveringwekkend mooie carrosserie ‘schept’, is een verlokkelijk romantisch beeld. De werkelijkheid is echt anders, zegt Fioravanti nogmaals. Maar die 250 LM Speziale dan, om er maar een te noemen, met die wonderlijke deuren die in het dak doorlopen en die achterzijde als een schier eindeloze golf: wil hij nu echt zeggen dat die vormen louter uit functionele overwegingen ontstonden?
“De 250 was mijn eerste liefde, de eerste auto die ik voor Pininfarina tekende. Ik kwam net van school. Een Amerikaan wilde een straatversie van de 250 Le Mans: de racewagen. Er moest van alles worden aangepast. Die Amerikaan was extreem lang, waardoor instappen erg moeilijk bleek. Zo is die extra deuropening in het dak ontstaan. Van de oorspronkelijke versie beviel de achterkant mij niet, ik had het gevoel dat de aerodynamica beter kon en heb die achterzijde toen langer gemaakt. Dat had een geweldig effect. De straatversie bleek sneller dan de racewagen. Het was in 1965 de eerste supercar ter wereld, een jaar vóór de Lamborghini Miura.”
“En de auto was ook van een grote schoonheid,” zegt hij vervolgens achteloos, om er in één adem aan toe te voegen: “maar opnieuw: alles begint bij de functie.” Hij zegt het als een mantra. “Ander voorbeeld: de Ferrari Daytona. De functie van een Ferrari is races winnen, en dat deed de Daytona dankzij een goede aerodynamica, een geweldige motor en goed zicht. De 308 GTB, een ander ontwerp van mij, is van alle Ferrari degene die de meeste rally’s won.”
Een Ferrari is in de eerste plaats een racemachine, alles moet in dienst staan van dat ene doel: races winnen. Schoonheid is een bijproduct, daar komt het op neer. Waarom die auto’s dan toch volwassen mannen tot tranen toe kunnen roeren, waarom vele miljoenen wordt neergelegd voor auto’s die hij ooit ontwierp, die van z’n leven geen race meer zullen rijden en anno 2020 louter objecten zijn om naar te kijken, blijft daarmee toch een beetje mysterieus.
Geen kunst
En die prachtige potloodtekeningen dan die in zijn autobiografie zijn opgenomen, de tekeningen die hij als jongeling maakte? Fioravanti lacht. “Vind je ze mooi? Ah ja, dank je wel.” Maar nee, met kunst heeft het dus allemaal niets te maken wat hij doet. De gedachte dat Michelangelo, wanneer hij in de twintigste eeuw had geleefd, auto’s had ontworpen, is aan Fioravanti evenmin besteed: “In kunst gaat het om schoonheid zonder enige functie, zonder restrictie – “Please, don’t confuse art with our work!”
Het gesprek komt op het fenomeen aerodynamica, iets dat hem een leven lang bezighield. “Ik ben echt een maniak als het om aerodynamica gaat”, zegt Fioravanti. “Ik was zelf coureur voordat ik bij Pininfarina kwam, daardoor kreeg ik ook die eerste opdracht voor de Ferrari 250 LM. Ik was als kind al gefascineerd door snelheid. En de stroomlijn bepaalt niet alleen de energetische eigenschappen van de auto, maar ook in belangrijke mate de vorm, de schoonheid dus ook.”
Nee, het betekent niet dat alleen gestroomlijnde auto’s mooi kunnen zijn, zegt Fioravanti, “Een stadsauto hoeft niet snel te zijn, de stroomlijn doet er dan niet zoveel toe. Veel belangrijker is goed zicht. Een stadsauto moet dan ook vanuit die laatste functie worden ontworpen. Over de Fiat Multipla, ontworpen overigens door een van mijn voormalige medewerkers, werd altijd schamper gedaan. Maar waarom zou de Multipla lelijk zijn? Het ontwerp is functioneel: het zicht is optimaal, met die hoge zit en die grote raampartijen.” Dat laatste heeft te maken met de lage beltline, zegt Fioravanti. Auto’s hebben tegenwoordig bijna allemaal een hoge beltline en daarmee slecht zicht. Het is vanuit de vorm gedacht, en dat ergert hem. “Nog zoiets: in de onderkant van de voorzijde van vrijwel alle auto’s in de wereld bevinden zich drie gaten. De middelste is voor koeling, maar de twee gaten aan de zijkanten zijn fake, hebben geen enkele functie.” Hij lacht: “Je begrijpt dat het voor mij geen goede tijd is.”
Functionaliteit opnieuw als heilige graal. Het komt ook terug als hij antwoord geeft op de vraag wat de auto’s zijn waar hij het meest trots op is. Fioravanti noemt opnieuw de 250LM (eerste supercar), de Daytona (als raceauto ontworpen en daarin enorm succesvol) en de 308GTB (eerste Ferrari zo ontworpen dat er grote aantallen van konden worden geproduceerd). Maar zijn trots geldt niet alleen de Ferrari’s.
Nieuwe ideeën
De Fioravanti Sensiva was in 1994 het eerste openbare prototype van Fioravanti SRL (het bedrijf dat hij in 1987 oprichtte), en de eerste – beeldschone – sportwagen ter wereld met een hybride aandrijving: zestien jaar voor Honda met de CR-Z de eerste hybride sportauto in productie nam. De Sensiva zat vol met nieuwe ideeën. De accu’s in serie, tegenwoordig range-extender geheten, en een kleine brandstofturbine om de accu’s op te laden. Elk wiel had een eigen elektrische motor, de hightechbanden gaven data door aan het systeem, en leverden via frictie energie aan het systeem. Elektrische sportwagens van nu – Porsche, McLaren – maken gebruik van Fioravanti-patenten. De ‘Smart Tire’ waarmee Pirelli twee jaar geleden kwam: het is gebaseerd op patenten afkomstig uit de Sensiva.
“Ik zie mijzelf op de eerste plaats als ingenieur.” ‘Uitvinder’ had hij dus ook kunnen zeggen, want in de loop van zijn lange carrière ontwikkelde Fioravanti talloze nieuwe vindingen. Meer dan tachtig patenten werden in productie genomen, door automerken wereldwijd. “Ik wil nieuwe concepten bedenken,” zegt hij daarover, “de Sensiva is daarvan een goed voorbeeld, verbeteren wat al bestaat heeft mij nooit geïnteresseerd.”
Fioravanti begint over de Fioravanti Tris uit 2000, de nummer vijf in zijn reeks favoriete eigen auto’s. Een opmerkelijke keuze, want Fioravanti liet het ontwerp van de –niet bepaald oogverblindende– Tris over aan een medewerker. Zijn trots geldt het concept. Het ging bij de Tris om productie-efficiëntie en kostenbesparing. De auto was opgebouwd uit gerecyclede materialen. Doel was ook het aantal onderdelen zover mogelijk terug te brengen. “Ik vroeg me af: waarom is de deur aan de linkerzijde bij auto’s altijd anders dan de deur aan de rechterzijde? Waarom is de voorbumper anders dan de achterbumper? Waarom zijn lichten aan de voorzijde anders dan aan de achterzijde?” En dus kreeg de hatchback drie identieke deuren en waren voor en achterzijde identiek.
Van de Tris terug naar het magische merk uit Maranello. Fioravanti ontwierp ook voor onder meer Lancia en Alfa Romeo, maar Ferrari is volgens hem van een andere orde: “Perfectie bestaat niet in de wereld, maar Ferrari komt er soms dichtbij. Het gaat erom dat het klopt, dat het precies goed is, niet meer en niet minder, dat geen enkel detail overbodig is. Dan kan schoonheid ontstaan. Ik zeg het opnieuw: schoonheid ontstaat uit waarheid. Een waar ding spreekt voor zich, en echte schoonheid heeft geen uitleg nodig.”
Maar hoe schoonheid dan precies ontstaat, is soms toch ongrijpbaar, zegt Fioravanti na enig aandringen. “Het ontwerp gaat van functie naar esthetiek naar stijl, maar waar in de overgang tussen die stadia nu precies schoonheid ontstaat, is lang niet altijd duidelijk. Ja, uiteindelijk is schoonheid altijd toch ook een mysterie.”