Als er ergens op de wereld een competitie is waar ze topsport en luxe met ongekende elegantie weten samen te brengen, is het in de J-Class. Deze categorie zeiljachten wordt door velen beschouwd als van een andere wereld en een enkele blik doet begrijpen waarom…Met hun ruim veertig meter tellende romp waarvan nog géén tweederde het water raakt – en er dus zo’n 15 meter boot als een vliegend tapijt over het water scheert – hebben ze qua uiterlijk iets weg van een ruimteschip. Eentje met zeilen, dat dan weer wel. Deze superjachten worden gemaakt van de modernste materialen en zijn voorzien van de meest ingenieuze snufjes om zo snel mogelijk te kunnen zeilen. Althans, tot op zekere hoogte. Het zijn namelijk geen compleet kaalgestripte racemonsters zoals we die van de Volvo Ocean Race kennen. Allesbehalve dat. Zodra je naar binnen stapt, waan je je in een volwaardig vijfsterrenhotel. Queensize bedden, ruime salons, loungebanken met ingebouwde humidor, een uitklapbare ontbijtbar van Frans walnotenhout en een heuse openhaard zijn de norm. De klasse regels schrijven namelijk voor dat de jachten een world cruising interior moeten hebben. Allemaal om er voor te zorgen dat de boot ook ná het racen haar – ja, deze jachten zijn zonder twijfel vrouwelijk – charme behoudt. Voor wanneer er een borrel wordt gedronken op de overwinning. Of gewoon op het feit dat je zojuist op één van de mooiste schepen ter wereld hebt gevaren.Wat het grote verschil is tussen de J-Class en andere superjachten met zeilen? Deze elegante klasse berust enkel op tekeningen uit de jaren ‘30 van de vorige eeuw. Natuurlijk in een nieuw jasje gestoken, maar de vorm en lijnen moeten van originele tekeningen afkomstig zijn om uberhaupt te mogen worden gebruikt. Dat komt zo:Tussen 1930 en 1937 werden er zo’n twintig J-Class boten getekend om te racen in de America’s Cup – vandaag de dag nog steeds één van de belangrijkste zeilevenementen. Van deze ontwerpen zijn er uiteindelijk tien gebouwd, waarvan er zes daadwerkelijk zijn gaan racen. Toen was daar opeens de 2e Wereldoorlog. Een tekort aan grondstoffen zorgde ervoor dat men van alles ging slopen. En zelfs de fraaie J-Class jachten werden niet ontzien. Slechts drie wisten de materiele slachting te overleven, waardoor de klasse in de vergetelheid leek te raken. Tot eind jaren negentig. De Amerikaanse Elizabeth Meyer (1953), tegenwoordig ook wel ‘Queen of the J-class’ genoemd, stuitte in 1984 op wat resteerde van de Endeavour, niet veel meer dan een kale romp. Maar het was liefde op het eerste gezicht. Ze kocht de boot en liet hem restaureren bij Royal Huisman in Nederland. Na dit schip initieerde ze ook de refit van een tweede J-Class, de Shamrock V, met als droom de beide boten ooit weer tegen elkaar te zien racen.
Made in Holland
Met haar initiatief liet Elizabeth Meyer de wereld -opnieuw- ervaren welke charme er in deze klassieke boten schuilt en hoe dat met moderne technieken kan worden gecombineerd tot iets buitengewoons. De laatste decennia is de klasse dan ook populairder dan ooit. Op dit moment varen er negen stuks rond en staan er diverse exemplaren op de planning om te worden gebouwd.
Opvallend feit: vijf van de negen J-Class boten die op dit moment rond de wereld zeilen, werden in Nederland gebouwd en ontworpen. Daarnaast zijn de overige vier ook voor een groot deel re-designed door Nederlandse ontwerpers. GW sprak daarom met Andre Hoek van Hoek Design, ontwerper van de drie laatst gebouwde nieuwe J’s: Lionheart, Topaz en Svea.Het ontwerpen en bouwen van een J-Class jacht is een beetje alsof je een Formule-1 auto wilt creëren met het comfort van een Rolls Royce. Of een straaljager met de luxe van een privévliegtuig. Een flinke uitdaging dus. Nederlandse werven en architecten hebben door de jaren heen een klinkende reputatie verworven met de bouw van ‘normale’ superjachten, waardoor ze ook worden gezien als de aangewezen partij om zo’n speciale uitdaging aan te gaan. Andre Hoek: “Dit is de grootste klasse zeiljachten waarmee fanatiek en competatief wedstrijden worden gevaren met lijnstarts. En de eisen zijn streng. Er is een compleet handboek met regelgeving waar zo’n jacht aan moet voldoen om mee te mogen racen. Een van de belangrijke eisen is dat alleen bestaande romplijnenplannen gebruikt worden, 22 in totaal. Onze eerste taak was om daaruit de beste lijnenplannen te selecteren. Op zich al een hele studie. Vroeger werden deze schepen in staal gebouwd maar tegenwoordig is aluminium ook toegestaan. De schepen zijn dan ook verschillend in lengte, gewicht en zeiloppervlak, maar dat wordt op het wedstrijdveld gladgestreken met een handicapsysteem dat specifiek voor de J-klasse jachten is ontwikkeld. Het is een erg complexe puzzel om het optimale schip te ontwikkelen qua romp, constructie en tuigage. En tijdens de wedstrijden zeilen ze met circa 35 man crew aan boord, dus dat zorgt ervoor dat ook de deklayout een aardige uitdaging is om te optimaliseren. Voor ons als ontwerpers dus veel én zeer interessant werk. En dat nog even los van het interieurdesign. Want dat doen we voor de meeste door ons ontworpen jachten ook zelf…”
Kindjes
Gevraagd naar zijn favoriete J, is Andre Hoek vooral diplomatiek. En eigenlijk is dat ook wel logisch: “Lionheart was het eerste en ook het meest succesvolle schip tot nu toe. Het heeft de wereldkampioenschappen in 2017 en vele andere wedstrijden gewonnen. We hebben vaak met dat schip meegevaren en zijn daar nog steeds nauw bij betrokken. Topaz is ook een prachtig en snel schip, dat uniek is door zijn deklayout en het door ons ontworpen jaren dertig Art Deco interieur. Aan dek is dit schip prachtig uitgevoerd met veel details en ook hier vaar ik veel op mee tijdens wedstrijden. Svea is het laatste J-class schip dat door ons ontworpen en gebouwd is. Een schitterend jacht, dat ook in wedstrijden zeer goed presteert. De vraag welke mijn favoriet is, is een beetje als vragen wat je favoriete kind is. Ze zijn alle drie uniek en heel erg speciaal dus er is geen directe voorkeur.”
Graag een keer met eigen ogen zien hoe ‘s werelds meest majestueuze zeiljachten het tegen elkaar opnemen? Het eerstvolgende event waar J’s zullen racen is de SuperYacht Cup Palma 19-22 juni (Palma de Mallorca), gevolgd door de Maxi Yacht Rolex Cup van 1-7 september (Porto Cervo).
Check ook www.hoekdesign.com
De vorm
De karakteristieke lijnen of ‘overhang’ van de J-Class jachten komt voort uit de regels van de America’s Cup. Eén van die regels was namelijk dat de waterlijn in deze klasse niet langer mocht zijn dan 87ft – een kleine 27 meter. Op deze manier zouden de wedstrijden spannender blijven en werd er voor gezorgd dat niet standaard de grootste boot – lees: grootste portemonnee – wint. En wat doe je dan, als je toch een grotere boot prefereert puur omdat je budget dat toestaat? Inderdaad, dan bouw je deze gewoon zwevend boven het water, zodat je de regels niet breekt en ook met je grote boot mag meeracen in deze klasse.
Get dressed
Soms zit het tegen en is het gewoon te nat of koud voor een polo of sweater. En als zeiler is je kleding één van de belangrijkste elementen die ervoor zorgen dat je optimaal kunt genieten van de tocht die je vaart. Overgeleverd aan moeder natuur, wil je er daarom zeker van zijn dat jíj in elk geval comfortabel, warm en droog blijft. Na uitgebreid testen doopt GW de Aegir Race serie van Helly Hansen dan ook tot topkeuze voor vrijwel al het zeilen rondom Europa. Een lichtgewicht zeilpak met veel bewegingsvrijheid, maar door de extra hoge kraag en zelfs een gezichtsbeschermer ook uiterst behaaglijk in de ruwere wateren of tijdens nachtelijke overtochten. Jacket 550,- Salopette 400,-
Te koop
Zelf hebben? Eén van de drie originele J-Class jachten staat te koop voor 17,5 miljoen euro. Het gaat om Endeavour uit 1934. Deze boot heeft een verbazingwekkende geschiedenis, waarbij het voortbestaan ervan vaak aan een zijden draadje hing. Een kleine greep uit de kwellingen: na de Tweede Wereldoorlog werd ze verkocht aan een schroothandelaar om slechts enkele uren voor de sloop opnieuw overgenomen te worden door een andere koper. In de jaren zeventig zonk ze naar de bodem van de Medina River in Cows en werd ze voor tien pond overgenomen door twee timmermannen die met plastic zakken de gaten in de romp dichtten en haar weer drijvend kregen. Inmiddels is ze, mede dankzij de ‘Queen of the J-Class’, weer in topconditie en klaar om de wereld rond te varen.Tekst: Jules Bijpost Foto’s / illustraties: Hoek Design; Carlo Borlenghi; Rick Tomlinson